Abonneer je nu!

Voor slechts € 3,55 per maand ben je al abonnee!

DNMonline is een onafhankelijk online platform over leiderschap in het funderend onderwijs. DNMonline verschijnt 8x per jaar met een overzicht van nieuwe content en toegang tot een uitgebreid archief.

Boeken

Sprangers, Pieter (2024)

Het design van onderwijssystemen. Ontwerp de school op jouw maat

Uitgeverij Lannoo Campus

Roger Standaert

Op bladzijde 13 van Het design van onderwijssystemen verklaart de auteur: ‘Dit boek is een pionier in de systeembenadering van het onderwijs’. Dat maakte nieuwsgierig, maar lezing van dit boek is eerder teleurstellend.

Scientific educational design research
Spangers stelt dat onderwijsdesignonderzoek oftewel ‘scientific educational design research’ een  jonge wetenschappelijke  discipline is die nog in volle ontwikkeling is  en nog niet streeft naar onsterfelijkheid (p.32). Het bestaansrecht van de aanpak ligt in het gestandaardiseerde onderwijssysteem waarbij heel veel vast ligt, waardoor  blijvend en continu leren tegengewerkt wordt. Bewijzen daarvoor vindt Sprangers in uiteenlopende bronnen zoals PISA-resultaten, Schleicher, Dewey,  Mc Kinsey, Hattie,  Illich en vooral Ken Robinson. Zijn designaanpak richt zich op onderwijsproblemen in echte leeromgevingen, waardoor het volgens de auteur  een aanvulling is op het  onderwijskundig en psychologisch onderzoek.  Dat  laatste onderzoek  staat vaak los van de concrete klas  en school. De meeste onderwijskundigen hebben niet de ervaring van de klas-of schoolpraktijk, waardoor de complexe concrete situatie waarin zich allerlei interacties afspelen, onvoldoende aan bod komt.

Sprangers’ designbenadering leunt aan bij het systeemdenken, waarbij een probleem steeds verweven zit in complexe netwerken van interacties. De ‘designer’ (begeleider, consultant?) werkt in die situaties samen met alle belanghebbenden om de complexiteit van het probleem  beter te begrijpen en er een breder, holistischer beeld van te krijgen (p.33).  Bij dit proces staat de gebruikerservaring van de betrokkenen  centraal, zodat  een positieve leerervaring ontstaat in de vorm van een oplossing. De kunst is dus al de actoren met elkaar in verbinding te brengen. Er is een naadloze samensmelting nodig van meerdere dimensies in de school: learning design, instructional design, de architectuur van het schoolgebouw, de architectuur van de  digitale leermiddelen, de administratieve ondersteuning, de zorg, de marketing… (p. 33).  Dat gebeurt door middel van onderzoek, testen, dialoog  en iteratieve prototyping om te komen tot een  ontwerp met een gunstige leerervaring (p.33).

Sprangers’ model om  onderwijssystemen te ‘(her)ontwerpen’ omvat tien  designprincipes en daarnaast ook  negen  dimensies. De principes omvatten provocatie, participatie, engagement, iteraties, vereenvoudiging, esthetiek, duurzaamheid, transgressie, natuurlijke aanpak en vooruitgang. Daarnaast dan de negen dimensies: systeem, zingeving-ruimte, beweging-mortaliteit, context, menselijke relaties-cultuur, professionals, technologie, tijd en mentale modellen. Deze negen dimensies worden op hun beurt met  ondervariabelen worden verbonden en zo ontstaat een  uitgebreid veld van bijna honderd  variabelen. Telkens als je  voor een opdracht staat, moet je dus de opdracht situeren in dit veld van principes en dimensies. Op zichzelf is het zo ontstane model een theoretisch construct met een duidelijke logica. Maar tegelijk roept het wel een tweetal cruciale vragen op betreffende de praktische bruikbaarheid.

Bruikbaarheid
Ten eerste: Sprangers gaat ervan uit dat zijn model op macro-, meso- en microniveau kan werken, maar dat  is nog maar de vraag. Het macroniveau bijvoorbeeld legt gewoon een aantal zaken op gestandaardiseerde wijze vast: denk aan de eindtermen, verplichte centrale toetsen, bekwaamheidsbewijzen, de structuur van het onderwijs, de salarissen. Op het microniveau van de klasgroep zit je dus al met een vaste gestandaardiseerde basis, waar nog relatief weinig aan te ontwerpen is. Dat ontwerpen kan je wel via didactische processen  in de klas, die al dan niet het leren van de leerlingen bevorderen. Maar daar moet je rekening houden met andersoortige variabelen dan die op macroniveau.

Een tweede meer fundamentele  kwestie is de wel erg duidelijke afstand tussen het gehanteerde model en zijn  begrippenapparaat en de innovatieliteratuur in het onderwijs. De auteur kan dan wel stellen dat zijn model een pionier is in de systeembenadering van het onderwijs, maar die systeembenadering is al  heel wat decennia ook aanwezig in de innovatieliteratuur in het onderwijs. De idee van de school, als eco-systeem  en als lerende organisatie, is al heel lang  aan de orde, vanaf de klassieker van Miles Innovation in education uit 1967 dat de aanzet was voor de groei naar gegeven een omvangrijke literatuur, met een diversiteit van stromingen en theorieën. Ik illustreer dat met een willekeurige (en uiteraard beperkte) greep uit die evolutie. Op het macroniveau denk ik aan het pionierswerk van de grote onderwijssociologen Bourdieu en Bernstein of aan het werk van Michael Fullan. Daar zouden ook Illich en Dewey in passen, auteurs die door Sprangers worden vermeld. Grootschalige, vaak landelijke  vernieuwingsprojecten zitten ook in dat vaarwater. Denk aan de middenschool, het studiehuis of allerlei achterstandsprojecten. Voor het mesoniveau denk ik, naast de vele  jaargangen van Meso magazine en De Nieuwe Meso, aan het werk van Vandenberghe en Van den Berg in de jaren tachtig. Verder aan het werk van Mintzberg, Ernst Marx en Leon Decaluwe, de relatief-autonome school van het KPC,  de ‘loosely coupled’ school, het werk van de pedagogische centra in Nederland, de onderwijsbegeleiding in België. Voor het microniveau denk ik aan het didactisch model van Van Gelder, het model van Van den Akker, en niet in het minst ook de hele literatuur over  toolkits voor evidence-based onderwijs. Wat speciaal  Vlaanderen betreft (Sprangers werkt vooral in Vlaanderen), mis ik  het veel gebruikte en  breed gedragen onderwijsreferentiekader voor de kwaliteit van de  school met  33 uitgewerkte indicatoren. Dat is eveneens een  overkoepelend model met dimensies die best naast die van Sprangers kunnen staan. Overigens is dat referentiekader een mooi voorbeeld van een’systeemgerichte’ innovatiestrategie op macroniveau. Het is immers totstandgekomen via een  intensief  overleg tussen  inspectie, schoolbesturen en vakbonden.

Weinig realistisch
Het boek van Sprangers  is dus  een erg logisch opgbouwde constructie met  tien principes en negen dimensies, die dan verder geconcretiseerd worden in een aantal variabelen.  Alles wordt netjes gedefinieerd, maar het zo ontstane model met een geheel eigen begrippenapparaat, raakt slechts hier en daar aan de onderwijsterminologie en aan de in het onderwijs veel gebruikte indicatoren. Het is duidelijk dat de inspiratie van dit model afkomstig is uit het domein van bedrijfsmanagement. Preciezer: de auteur haalt zijn inspiratie bij een Portugese  vrije universiteit met dat vakgebied, waar hij in 2022 een PhD behaalde. Die – niet-geaccrediteerde – universiteit zit  in een  keten van  hoger-onderwijsinstellingen met uitsluitend afstandsonderwijs onder de hoofding van Bircham University. Vaak vind je dit ’design’ denken ook bij architectuur- en kunststudies waar het gaat om echt ontwerpen van iets nieuws (een gebouw, een kunstwerk).

De auteur van dit boek, die  overigens in een eigen bedrijf als ‘designer’ optreedt, zal voor zich zelf wel houvast vinden bij het begeleiden van scholen of instanties. Maar hij zal geconfronteerd worden met onderwijscliënten die met andere, sinds lang gegroeide en ingebedde begrippen, naar hun onderwijs kijken, terwijl zijn taalgebruik sterk refereert aan  begrippen uit het domein van het bedrijfsmanagement. De afstand tot de  lange traditie  van methoden voor begeleiding van onderwijsorganisaties is groot. Het pleidooi voor het beroep van ‘ontwerper van onderwijssystemen’ lijkt dan ook weinig realistisch. Die afstand blijkt ook uit het gebrek aan bronnen uit de literatuur van onderwijsinnovatie.

Verder lezen?

Voor slechts € 3,55 per maand ( € 42,50 incl. 9% btw per jaar)  heeft u al een abonnement

DNMonline:

  • informeert over leiderschap in/en onderwijs en meer
  • is onafhankelijk, kritisch, beschouwend, wetenschappelijk en beschrijft boeken,
  • richt zich op (school)leiders, directies, besturen en toezichthouders in onderwijs
  • werkt met professionals die door hun werkervaring goed ingevoerd in alle aspecten van het onderwijs