Abonneer je nu!

Voor slechts € 3,55 per maand ben je al abonnee!

DNMonline is een onafhankelijk online platform over leiderschap in het funderend onderwijs. DNMonline verschijnt 8x per jaar met een overzicht van nieuwe content en toegang tot een uitgebreid archief.

Column

Willem de Vos
Willem de Vos is oud-rector-bestuurder en werkt als zelfstandig adviseur, coach, spreker, schrijver en verhalenverteller.
E-mail: info@goederaed.nl

LinkedIn

(G)een kater

Ken je die mop van die kater die ’s nachts buiten zo verschrikkelijk veel herrie maakte in zijn omgang met de dames, dat zijn baasje de klachten uit de buurt zat werd en hem liet ‘helpen’? Toen hij hersteld was, bleek het in plaats van minder nog veel erger te zijn geworden. ‘Tja’, zei zijn baasje met zijn handen in de lucht, ‘ik kan het ook niet helpen, hij is nu consultant geworden.’

Over consultants zijn vele verhalen in omloop. Relativerende, badinerende verhalen, of scherpe moppen over adviseurs, coaches, trainers en interimmanagers. Als ik de onderwijs-vakorganisaties mag geloven, is het funderend onderwijs volledig in de greep van onderwijsadviseurs die ooit voor de klas stonden, daar niet veel van bakten en nu aan leraren uitleggen hoe ze moeten lesgeven. En die adviseurs zijn min of meer de speeltjes van de onderwijsbestuurders. Met modieuze en vooral niet-werkende onderwijsconcepten. Een niets-verhullende grafiek laat zien hoe de lijnen van de aantallen onderwijsadviseurs en de onderwijskwaliteit elkaar kruisen. Doordat de eerste stijgt en de tweede daalt. De meeste leraren hebben daar hun buik van vol en dat leidt weer tot het lerarentekort. 
De meest logische oplossing is er dan natuurlijk een waarbij het mes aan twee kanten snijdt: die adviseurs voor de klas, zodat ze leraren niet langer van het werk kunnen houden en tegelijkertijd het lerarentekort oplossen. 
De laatst bekende aantallen adviseurs, uit 2021, komen boven de 60.000 uit, terwijl het er in 2006 nog slechts 17.000 waren. En inmiddels is er niemand meer die kan berekenen met welk percentage deze beroepsgroep is toegenomen. Laten er nu ongeveer 14.000 leraren tekort zijn in het funderend onderwijs, dus als ze allemaal voor de klas gaan, is er een overschot van maar liefst 46.000 leraren. Toch?!

Die grafiek kwam ik serieus tegen op de website van een microbioloog, al veertig jaar werkzaam als leraar, toen ik zocht naar de groei van het aantal onderwijsadviseurs. Ergens in het jaar 2017 kruisten die lijnen elkaar. ‘QED’ zette mijn leraar Natuurkunde vroeger op het krijtbord: ‘Quod Erat Demonstrandum’ = wat aangetoond moest worden (tja, wie kan dat nog vertalen tegenwoordig?). Glashelder natuurlijk. 
Net zo overtuigend als het causale verband tussen het dalende geboortecijfer in ons land in de jaren zeventig van de vorige eeuw en de gelijktijdige afname van de ooievaarspopulatie.

Hij formuleerde het iets anders: de groei van het aantal onderwijsadviseurs heeft de daling van de onderwijskwaliteit niet kunnen stoppen. En dat terwijl er verder geen aanwijsbare andere factoren zijn die invloed hebben op de onderwijskwaliteit. Nu herinner ik mij uit mijn eigen consultancyperiode dat collega’s tot de onthutsende ontdekking kwamen dat zij weliswaar met een stevige, allesomvattende aanpak van enkele scholen in onze hoofdstad, de basiskwaliteit naar een voldoende niveau hadden weten te brengen, maar dat in diezelfde periode enkele dorpsschooltjes in het hoge noorden datzelfde hadden weten te realiseren zonder hulp van buiten. Dat deed wel even zeer! Maar ik pieker er niet over om uit deze gelijktijdige ervaringen op te maken dat de inzet van mijn toenmalige collega’s overbodig is gebleken.

Zou dat niet ook een basisvaardigheid moeten worden: het onderscheid kennen tussen correlatie en causaliteit ?! Want er zijn mensen die hoge posten bekleden en dat onderscheid niet snappen. Of ze snappen het maar al te goed, maar maken misbruik van het feit dat dit voor veel van hun potentiële volgelingen niet geldt.

Laat ik een stap zetten in de richting van de criticasters van het onderwijs-adviesvak. Toen ik overstapte van het onderwijs naar de consultancy kreeg ik van een bestuurslid, zelf consultant bij een gerenommeerd bureau, een kistje goede wijn. Op het kaartje stond de tekst: ‘Welkom in de wereld van de mensen die alles beter weten.’ Nou dacht ik toch echt dat ik daar zelf vandaan kwam. Maar daar zit hem denk ik de kneep. Een adviseur die niet adviseert, maar preekt, kan beter stoppen en ook niet voor de klas gaan staan. Voor een bestuurder geldt overigens hetzelfde: onderwijskundige ideeën die niet aanslaan bij de onderwijsgevenden en niet vertrekken vanaf de plek waar zij staan of vanuit wat zij hebben opgebouwd, zijn terecht ten dode opgeschreven. Adviseurs horen, evenals bestuurders en schoolleiders, vooral goed te weten hoe zij processen in elkaar zetten. Processen die recht doen aan het vakmanschap van hen die onderwijs geven en ook serieuze aandacht besteden aan afwijkende ideeën. 
Er was een tijd dat de drie landelijke pedagogische centra gesubsidieerd werden om centraal vastgestelde onderwijsontwikkelingen de scholen in te helpen. Zij kwamen doorgaans niet vragen wat de school nodig had, want dat wisten zij al. 
Dat is geen advieswerk. Of je moet een dwingend advies toch een advies blijven noemen. 
Goede onderwijsadviseurs komen niet binnen zeilen met flyers en gelikte presentaties, maar met een vraagteken op hun voorhoofd. 
Ooit hoorde ik iemand uitroepen: ‘Ik wil alleen maar adviseurs met één arm, die kunnen tenminste niet steeds “enerzijds, anderzijds” zeggen.’ Ik vind twee armen zelfs te weinig en twee oren ook, voor een adviseur. 
En waarom zouden bestuurders en directeuren onderwijs of teamleiders hun oren laten hangen naar de inhoudelijke of onderwijskundige ideeën van een externe? Die ideeën zijn overal in de scholen te vinden. Het is een kwestie van kijken, luisteren, vinden, samenbrengen en oogsten. En als het zo niet werkt, dan heb je toch de verkeerde mensen in dienst?

Ooit had ik te maken met een adviseur die de term ‘raadgevend bureau’ op zijn visitekaartje had laten afdrukken. Zou daar niet een deel van de oplossing zitten? Stap af van de termen consultant of adviseur en ga de naam ‘raadgever’ hanteren. Die naam zegt waar het op staat. 
En … goede raad is niet duur.
Slechte raad, die bezorgt je een kater!

Reageren?

Reacties worden per mail rechtstreeks aangeboden aan de auteur. 

Verder lezen?

Voor slechts € 3,55 per maand ( € 42,50 incl. 9% btw per jaar)  heeft u al een abonnement

DNMonline:

  • informeert over leiderschap in/en onderwijs en meer
  • is onafhankelijk, kritisch, beschouwend, wetenschappelijk en beschrijft boeken,
  • richt zich op (school)leiders, directies, besturen en toezichthouders in onderwijs
  • werkt met professionals die door hun werkervaring goed ingevoerd in alle aspecten van het onderwijs