Abonneer je nu!

Voor slechts € 3,55 per maand ben je al abonnee!

DNMonline is een onafhankelijk online platform over leiderschap in het funderend onderwijs. DNMonline verschijnt 8x per jaar met een overzicht van nieuwe content en toegang tot een uitgebreid archief.

Column

Emmeken van der Heijden
Rector van OMO-Scholengroep Helmond
E-mail:  E.vanderHeijden@omosghelmond.nl

LinkedIn

Kansengelijkheid net even anders

Terwijl Starbucks, Google, Amazon en McDonald’s in deze roerige tijden hun diversiteitsbeleid afschaffen, zijn we in het onderwijs hard bezig de kansengelijkheid te verbeteren. Het lijkt af en toe een verloren strijd. Want ondanks onze inspanningen realiseren we ons maar al te goed dat niet elke leerling later dezelfde eerlijke kansen krijgt op de arbeidsmarkt en in het leven.

Moeten we de strijd dan maar opgeven? Ik denk het niet. Ten eerste staat het onderwijs op een fundament van diversiteit en inclusie. Het is dé sector bij uitstek waarin iedereen een eerlijke plek kan en moet hebben. Ten tweede zijn het onze leerlingen zelf die het tij in de toekomst kunnen keren. Dat kan alleen wanneer wij ‘het beste uit elke leerling halen’ en dus aan elke leerling eerlijke kansen bieden. Het onderwijs staat met andere woorden voor een verantwoordelijke opdracht: onderwijs als hoop voor de mensheid.

Vol vooruit op het gebied van kansengelijkheid dus. En op dat gebied staat ons zeker wat te doen. Kansengelijkheid in het onderwijs zelf hebben we immers nog onvoldoende op orde.  De sleutel daartoe ligt voor een groot deel bij onszelf, daar ben ik van overtuigd. We belemmeren kansengelijkheid, mijns inziens vaak door onze eigen verkeerde aannames. Het gevolg: eerlijke kansen nemen eerder af dan toe. Laat ik een aantal voorbeelden noemen.

De eerste hardnekkige veronderstelling is dat we kansengelijkheid vergroten wanneer we onze leerlingen vooral als gelijken behandelen en niet als uniek. Eén toets, één selectiemoment, één examen.  En dat terwijl elke leerling met een andere bagage de schoolcarrière start. We weten dat ontwikkeling nooit synchroon verloopt en toch vinden we de aanpak ‘kansengelijkheid door juist verschil te maken’ lastig.

Een tweede voorbeeld betreft het begrip hoge verwachtingen. Milio van de Kamp duidt in zijn boek Misschien moet je iets lager mikken haarscherp dit begrip. Het gaat er in de kern om dat leerlingen hoge verwachtingen hebben van zichzelf. Dan komen leerlingen tot leren en tot betere prestaties. Het is dus onze taak leerlingen te helpen die hoge verwachtingen van zichzelf te hebben. In de praktijk interpreteren we het begrip hoge verwachtingen echter vaak te eenzijdig als verwachtingen die wij hebben van onze leerlingen. We schroeven dan de eisen op of leggen de lat hoger. Als we echter niet tegelijkertijd leerlingen stimuleren positief over zichzelf te denken,  is de kans klein dat leerlingen ook daadwerkelijk beter gaan presteren.  

Of neem de duiding van het begrip succeservaringen. Slechte resultaten leiden geregeld tot afstroom, goede resultaten veel minder vaak tot opstroom. Hoe komt dat? Mijns inziens heeft dat ook te maken met een onderliggende aanname. En wel dat een leerling meer gebaat zou zijn bij excellente resultaten op een makkelijk ervaren niveau dan voldoende resultaten op een moeilijker niveau. Is dat zo? Zou het omgekeerde ook waar kunnen zijn: kan het effect van voldoende resultaten bij moeilijke stof, waar je hard voor hebt moeten werken, niet net zo groot of misschien zelfs veel groter zijn dan goede resultaten bij makkelijk ervaren stof?  Het begrip succeservaringen vergt mijns inziens nadere duiding, vooral ook omdat dat begrip cruciaal is voor de schoolloopbaan van onze jeugd.

En tot slot de driehoek ouders-leerling-school. Veelvuldig wijzen we het familiesysteem aan als oorzaak van negatief gedrag van of stagnerende ontwikkeling bij leerlingen op school. Een systeem dat we niet kunnen veranderen en toch blijven we vol inzetten op die befaamde driehoek. We stimuleren ouders ook thuis een leeromgeving te bieden voor hun kinderen, ook wanneer dat verre van vanzelfsprekend is. Waarom eigenlijk? Zouden sommige leerlingen niet veel meer gebaat zijn bij een scheiding van familie- en schoolsysteem, vooral die leerlingen die thuis nooit een voedingsbodem zullen vinden voor schoolse zaken. Zou zo’n leerling niet veel meer op school tot leren komen waar hij of zij vooral leerling is en niet tegelijkertijd ook zoon of dochter? De befaamde driehoek kent, anders gezegd, ook een keerzijde.

Kansengelijkheid: de kern ligt in de kracht van de leerling zelf en in zijn of haar geloof in eigen kunnen. Het is aan ons die kracht te zien en te stimuleren. Daarvoor moeten we af en toe anders kijken en onze eigen opvattingen ter discussie stellen. Het belang daarvan is ontzettend groot. Het gaat immers om het levensgeluk van onze jongeren en om de verandering die zij teweeg kunnen brengen in de maatschappij van nu en later. Kansengelijkheid net even anders.

Reageren?

Reacties worden per mail rechtstreeks aangeboden aan de auteur. 

Verder lezen?

Voor slechts € 3,55 per maand ( € 42,50 incl. 9% btw per jaar)  heeft u al een abonnement

DNMonline:

  • informeert over leiderschap in/en onderwijs en meer
  • is onafhankelijk, kritisch, beschouwend, wetenschappelijk en beschrijft boeken,
  • richt zich op (school)leiders, directies, besturen en toezichthouders in onderwijs
  • werkt met professionals die door hun werkervaring goed ingevoerd in alle aspecten van het onderwijs