DNMonline is een onafhankelijk online platform over leiderschap in het funderend onderwijs. DNMonline verschijnt 8x per jaar met een overzicht van nieuwe content en toegang tot een uitgebreid archief.
Martin Bootsma (2025)
Brieven aan Miyo, Over het lezen van de klassieken met kinderen
Telos Uitgevers
Paul Stolwijk
Paul Stolwijk is bestuurssecretaris Gooise Scholen Federatie en redacteur van DNMonline
In Brieven aan Miyo lezen we zeven brieven, geschreven aan stagiair Miyo. Martin Bootsma, leraar, teamleider en mede-oprichter van de Alan Turingschool, laat daarin deze Miyo en de lezer kennismaken met zijn ideeën over (lees)onderwijs. Bootsma is een virtuoze lezer en leraar. Miyo krijgt van hem de kans om te voelen, te snappen en te ervaren wat mooi leesonderwijs kan doen voor de leerling én voor de leraar.
Het boek heeft een persoonlijke toon. De indeling in zeven brieven loopt parallel aan de ontwikkeling die stagiair Miyo doormaakt. De stagiair vraagt aan het begin van het boek ‘Moet een leraar lezen?’ en blijkt aan het einde 35 werken te hebben gelezen. Deze stagiair is geïnspireerd geraakt, missie geslaagd.
Brieven aan Miyo leert de lezer wat de waarde van leesonderwijs is en hoe die zoveel verder reikt dan puur technisch lezen. Leraren zijn de ‘verhalenvertellers van de samenleving’. Ze bieden tegenwicht aan de snelheid van de samenleving. Boeken gaan bij Bootsma een hele carrière mee: Hij laat overtuigend zien wat de waarde ervan is als leraren hun hele carrière lang met leerlingen over dezelfde boeken spreken. Het boek leest als een pleidooi voor aandacht, rust en liefde voor lezen en leerlingen. Iets waar ook schoolleiders zich niet genoeg rekenschap van kunnen geven.
Martin Bootsma schakelt probleemloos tussen klassiekers, prentenboeken, recente jeugdliteratuur en bekende kinderboeken uit de jaren zeventig en tachtig. Slim en enthousiast weet hij verhalen te verbinden. Zo komen Edouard Louis en Guus Kuijer bij elkaar en brengt de hoofdpersoon van Gaten van Louis Sachar het boek Job uit de Bijbel plots dichtbij. Deze verrassende connecties maken het boek de moeite waard voor iedereen die de kracht van verhalen wil overbrengen op leerlingen, of je nu lesgeeft in groep 2 of in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs.
Bootsma’s Alan Turingschool heeft het leesonderwijs van groep 1 tot groep 8 in een doorlopende leerlijn vormgegeven. Hier heeft de schoolleiding goed werk geleverd, want er is een gedragen leesbeleid. Kennis over verhalen, veel voorlezen, gestructureerd spreken over boeken: het gebeurt al vanaf de kleuterklas. De lat ligt hoog, maar de school helpt leerlingen om te groeien. Diezelfde positieve aanmoedigende houding biedt Bootsma de lezer: Als je nog niet zoveel boeken leest, rekent hij voor dat het niet veel tijd hoeft te kosten om toch een respectabele boekenkennis op te doen. Op iedere pagina introduceert hij romans, hoofdpersonen of hele oeuvres. Inspiratie voor jaren leesgenot. Geen clementie heeft hij echter voor leraren die niet willen lezen. “Een leraar die niet leest, is de dood in de pot van het onderwijs.”
De rust en de aandacht die Bootsma voorstaat bij het lezen van boeken, is ook terug te zien in zijn opvatting van het leraarschap. Op diverse plekken in het boek pleit hij voor onderlinge lesbezoeken. Hij legt uit dat het belangrijk is dat leesexperts af en toe komen kijken en hulp bieden waar nodig. Uit het boek blijkt de waarde die zijn jarenlange ervaring heeft voor zijn onderwijs. Introspectie en herhaling zijn kernbegrippen. Dit is verfrissend in een tijd waarin het ook in het onderwijs gebruikelijk is om regelmatig van baan te wisselen. Ondanks alle theoretische en praktische ideeën die Bootsma biedt, gaat het bij hem niet om onderwijskunde, maar om ‘onderwijskunst’: de persoon van de leraar doet ertoe. Dit boek stimuleert om op zoek te gaan naar juist die boeken en verhalen waarmee je de diepte in kunt gaan, mét je leerlingen.
De ondertitel van het boek ‘Over het lezen van de klassieken met kinderen’ dekt zeker niet de gehele inhoud van het boek. Het gaat over zoveel meer, maar Bootsma laat zijn leerlingen ervaren dat de klassieken eeuwenoude menselijke ervaringen verwoorden én dat bepaalde verhaalpatronen steeds weer terugkomen. De leerlingen leren zichzelf zo beter kennen, maar de leraar profiteert mee.
DNMonline: