Abonneer je nu!

Voor slechts € 3,55 per maand ben je al abonnee!

DNMonline is een onafhankelijk online platform over leiderschap in het funderend onderwijs. DNMonline verschijnt 8x per jaar met een overzicht van nieuwe content en toegang tot een uitgebreid archief.

Column

Jaap Nelissen
Jaap Nelissen is directeur van de Jenaplanschool Wittevrouwen in Utrecht.
E-mail: jaap.nelissen@spoutrecht.nl

LinkedIn

Verleden, heden en toekomst

In de laatste maanden van mijn actieve onderwijscarrière word ik (mentaal) heen en weer geslingerd als het gaat om de toekomst van het onderwijs. Aan de ene kant zie ik vele kwalijke en schadelijke ontwikkelingen het onderwijs bedreigen en aan de andere kant wil ik zo graag op een positieve manier en met een goed gevoel afscheid nemen van een maatschappelijke sector die een groot deel van mijn leven heeft bepaald en die essentieel is voor de toekomst van ons land.

Laat ik beginnen met het wijzen op een lezing van Steven Post die ik onlangs heb bijgewoond. Hij heeft een geweldig verhaal over de waarde van de pedagogiek en voor het gevaar van de toenemende individualisering van het onderwijs. Het thema van zijn lezing was ‘gedrag’. Gedrag op zich noemt hij betekenisloos, gedrag is een uiting van zaken die in het hoofd van kinderen/pubers/volwassene spelen en die beïnvloed worden door je DNA, door ervaringen en door je omgeving. Dit gedrag wordt in hoge mate bepaald door de relatie die je met iemand hebt (het lijntje waarmee je met elkaar verbonden bent). Hij gaf als voorbeeld dat een moeder grenzeloos geduld kan hebben met haar eigen kind waardoor haar omgeving haar omschrijft als iemand met een zeer geduldig karakter. Dezelfde moeder kan in de interactie met haar eigen moeder juist buitengewoon ongeduldig zijn door de relatie die ze in al die jaren hebben opgebouwd.

Het belang van pedagogische vaardigheden is eminent en op het moment dat je dat verwaarloost stort de hele onderwijstempel in elkaar. Post zegt ook dat het opleidingsinstituut niet voor niets ‘de pedagogische academie’ heet en dus niet de ‘didactische academie’. 

Na afloop van de lezing van Post heb ik in mijn eigen team gezegd dat dit eigenlijk verplichte kost zou moeten zijn voor iedereen die met kinderen/pubers werkt. In toenemende mate hoor ik mensen klagen over de heftige gedragsproblemen die men in het onderwijs ervaart. Ik geloof zeker dat, gezien alle polarisatie, kansenongelijkheid, toename van armoede etc. het leven voor veel kinderen complexer en vooral minder onbevangen is geworden. Deze problematiek wordt veelal op het bordje van scholen gegooid en dat is een reële bedreiging van ons onderwijs. Lang niet alle leerkrachten hebben voldoende pedagogische talenten.

Als je vervolgens dit gegeven combineert met het toenemende tekort aan leerkrachten (met alle negatieve effecten die dat weer met zich meebrengt) en het gevecht tegen de negatieve beeldvorming t.a.v. het onderwijs (de resultaten zouden zeer te wensen overlaten, Nederland zou op allerlei ranglijsten steeds meer terugvallen), dan kan je spreken van een giftige cocktail.

Wat gaat er dus nu fout ?  Terwijl de wereld in rap tempo verandert is het onderwijs nog steeds gefundeerd op structuren en visies die, als je heel ver teruggaat, stammen uit de industriële revolutie. Er is een prachtig fictief filmpje gemaakt over het eindexamen van de  jonge Albert Einstein waarin een docent eerst een andere student toesprak die dan net geslaagd was maar die hij omschreef als een talentloze persoonlijkheid die zeker geen waardevolle bijdrage zou leveren aan de maatschappij maar die wel exact de benodigde punten had gehaald voor zijn diploma. Vervolgens gaf de docent een omschrijving van de meerwaarde van Albert Einstein (een briljante en zeer getalenteerde jongen die van grote waarde zal gaan zijn voor de wetenschappelijke wereld) maar die toch gezakt was omdat hij voor bepaalde vakken niet genoeg punten had gescoord.  Dit beeld werd voor mij nog verder aangescherpt toen ik onlangs in de krant las dat er een app ontwikkeld is waarmee middelbare scholieren exact kunnen berekenen welke cijfers ze moeten behalen om met zo minimaal mogelijk inspanningen  toch te slagen.

Dit alles valt in de categorie ‘teaching to the test’ en daar is het Nederlandse onderwijs door vergiftigd. Er is weinig verband tussen datgene dat middelbare scholieren zouden moeten leren om zich vandaag de dag op een zinvolle en effectieve wijze nuttig te maken voor de maatschappij, en wat ze daadwerkelijk voorgeschoteld krijgen. Natuurlijk, er zijn her en der experimentele scholen die vanuit een totaal andere visie werken, gelukkig maar. Maar het overgrote deel van onze (vooral middelbare) scholen werkt nog steeds met totaal verouderde principes waarmee ze vele kinderen/pubers tot verveling en wanhoop drijven. Ons land kent 80.000 thuiszitters.  Een van de meest schrijnende voorbeelden van hoe ons land verkeerd omgaat met onderwijs was de gang van zaken rond de doorstroomtoets (in mijn vorige column heb ik daar al het nodige over gezegd). Ik vond het een moedige zet van een aantal scholen dat deze toets niet afnam. Het getuigde van verantwoordelijkheidsgevoel en eigentijdse inzichten en bovenal gezond verstand. Onze staatssecretaris chanteerde deze scholen door te dreigen met het nemen van maatregelen t.a.v. de bekostiging van deze scholen en helaas kozen de scholen eieren voor hun geld. Ik mag hopen dat deze actie de eerste steen in de vijver is geweest en dat nu vele scholen zullen volgen. Als bijvoorbeeld alle scholen van de drie grote besturen in Utrecht deze toets zouden weigeren dan maak je echt een gebaar en laat je zien dat je de ontwikkeling van kinderen serieus neemt.

Onlangs had ik een reünie van mijn lagere school en wel met de klas 4 uit het jaar 1968 (dit was al de derde reünie in 57 jaar).  Naast heel veel leuke herinneringen raakten we ook in gesprek over de mindere leuke kanten van het onderwijs van toen. Het woord pedagogiek moest toen nog uitgevonden worden, het was ‘one size fits all’ tot in extremis. Kon je niet meekomen dat had je vette pech en zocht je het maar uit. Een aantal kinderen van mijn klas van toen kijkt dan ook terug op een verschrikkelijke tijd en ik schrok op mijn beurt van de opmerkingen die ze door onderwijzers naar hun hoofd geslingerd hadden gekregen.

Om onze plek op de PISA-ranglijsten te verbeteren ontvangen scholen nu subsidies voor basisvaardigheden. Dit gaat om niet onaanzienlijke bedragen. De inzet van deze gelden is incidenteel en gebonden aan vele eisen. Het geld mag ook alleen maar worden ingezet voor interventies waarvan wetenschappelijk is aangetoond dat deze effectief zijn. Als je je verdiept in de PISA-testen en alles wat daar mee samenhangt ontstaan er grote twijfels bij deze aanpak. Barend Last heeft hier het nodige over geschreven.

‘I have a dream’:  Hoewel ik op dit moment somber gestemd ben over de toekomst van ons onderwijs hoop ik dat er een beweging op gang gaat komen, gevoed door alle mondiale ellende die veroorzaakt is door leiders die zeer gebrekkig en eenzijdig onderwijs hebben ontvangen en die zich gesteund voelen door hielenlikkers die ook hun graantje mee willen pikken, en dat die beweging erin slaagt om de samenleving te overtuigen van onderwijsconcepten waarin pedagogisch handelen het uitgangspunt is, waarin kinderen leren omgaan met elkaar en met verschillen, waarin gemeenschapszin en samenwerken en leven centraal staan en waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen, mede op basis van hun talenten en interesses waarbij ze zelf ervaren dat het noodzakelijk is om skills te leren als lezen, rekenen en taal. Hierbij moet politiek zich niet met onderwijs bemoeien want iedere vier jaar (als het meezit) een andere koers leidt niet tot continuïteit en kwaliteit, maar tot chaos, verwarring en frustratie.

Reageren?

Reacties worden per mail rechtstreeks aangeboden aan de auteur. 

Verder lezen?

Voor slechts € 3,55 per maand ( € 42,50 incl. 9% btw per jaar)  heeft u al een abonnement

DNMonline:

  • informeert over leiderschap in/en onderwijs en meer
  • is onafhankelijk, kritisch, beschouwend, wetenschappelijk en beschrijft boeken,
  • richt zich op (school)leiders, directies, besturen en toezichthouders in onderwijs
  • werkt met professionals die door hun werkervaring goed ingevoerd in alle aspecten van het onderwijs