Abonneer je nu!

Voor slechts € 3,55 per maand ben je al abonnee!

DNMonline is een onafhankelijk online platform over leiderschap in het funderend onderwijs. DNMonline verschijnt 8x per jaar met een overzicht van nieuwe content en toegang tot een uitgebreid archief.

Boeken

Frank Cornelissen (red.) (2025)

Maak samen je eigen onderwijs. Veranderen, vernieuwen en verbeteren voor schoolteams

Boom

Pieter Leenheer

Pieter Leenheer is redacteur van DNMonline
E-mail: pieter.leenheer@planet.nl

 

Toen hoogleraar Frank Cornelissen indertijd overstapte van het onderwijs (hij was leraar aan een basisschool in Rotterdam-Zuid) naar onderzoek, ontdekte hij dat onderzoek tal van inzichten had opgeleverd waar hij nog nooit van had gehoord en – erger – dat gewone leraren daar niet eens toegang tot hadden. Samen met anderen heeft hij zich toen ervoor ingespannen dat leraren vrije toegang tot onderwijsonderzoek zouden krijgen, maar, schrijft hij in zijn voorwoord tot Maak samen je eigen onderwijs, er is meer nodig. In de afgelopen jaren is op veel plaatsen nuttige kennis ontwikkeld over veranderen, vernieuwen en verbeteren van onderwijs en die, vindt Cornelissen, moet naar de schoolteams toe: die kan teams ondersteunen en inspireren om hun eigen onderwijs te maken. En dat resulteerde in Maak samen je eigen onderwijs, een pil van 424 bladzijden (plus een website met referenties en aanvullende materialen) waarin hij samen met 90 collega’s uit onderzoek en praktijk 49 artikelen over onderzoek en praktijkervaringen bijeen heeft gebracht.

Die artikelen zijn verdeeld over 7 onderdelen die tezamen een groot aantal aspecten van vernieuwen en verbeteren bestrijken:

  • innoveren, het waarom ervan
  • pedagogisch-didactische zaken
  • technologieën
  • organisatievormen
  • veranderingsprocessen in de school, veranderstrategie
  • omgaan met externe partners: overheid, inspectie, maar ook opleidingen en, zij het via het herontwerpen van educatieve materialen, uitgevers
  • onderzoek doen in bijvoorbeeld werkplaatsen onderwijsonderzoek en netwerken.


Alles bijeen geeft de bundel een goed, actueel beeld van het denken over onderwijsverbetering. Het is geen handboek met een overzichtelijk stappenplan: het is een boek voor wie verdieping zoekt.

In een recensie kun je onmogelijk alle artikelen van zo’n omvangrijke bundel recht doen, maar dat hoeft eigenlijk ook niet. De bruikbaarheid van de artikelen hangt immers af van de individuele vraag en is verder een kwestie van smaak. Wel denk ik dat het gemiddelde artikel eerder vo-leraren aanspreekt dan hun po-collega’s. Overigens mikt het boek zoals de titel al aangeeft, niet zozeer op individuele lezers als op teams. In onderwijsverandering, aldus Cornelissen, moeten teams centraal staan, terwijl dat lang niet altijd het geval is. Onderzoek, schrijft hij, ‘laat zien dat niet de schoolteams, maar beleidsmakers, onderwijsinspectie en educatieve uitgeverijen vaak een groot stempel drukken op het onderwijs in de school. Op deze manier blijft de grootste motor van onderwijsverandering — namelijk die van de duizenden schoolteams — onderbenut. In een tijd waarin ons onderwijs voor zoveel uitdagingen staat, kunnen we ons dat niet permitteren.’ Dat is een sympathiek standpunt, maar de vraag is wel, hoe het boek bij teams in po en vo terechtkomt. Misschien kunnen schoolleiders daarin een belangrijke rol spelen, bijvoorbeeld door – ik noem maar wat – een aantal exemplaren beschikbaar te stellen voor wie verdieping zoeken, door bepaalde artikelen aan te bevelen of door de vorming van leesclubs te bevorderen. Daarnaast is het boek natuurlijk ook heel bruikbaar voor lerarenopleidingen, met name in de eindfase, als studenten toekomen aan denken over beroepsidentiteit.

 

Wat dat laatste betreft bevat de introductie van het boek trouwens wel een aansprekende hartenkreet: ‘We roepen schoolteams (…) op om te gaan staan voor het onderwijs dat ze belangrijk vinden. Dat vraagt moed en bekwaamheid. Dat betekent samen voortdurend nadenken over wat je met je leerlingen wilt bereiken, wat er lukt en hoe het nog beter kan. Dat betekent dus soms ook beredeneerd “nee” durven zeggen tegen verzoeken als je visie in verdrukking komt. Iets niet (meer) doen, hoort ook bij onderwijsverandering.’ Nu dankzij de komst van AI het curriculum nog weer overladener dreigt te worden dan het toch al was, zou het goed zijn als leraren en bloc ‘nee’ zouden zeggen onder het motto ‘beste overheid, geeft u dan eerst maar eens aan wat er allemaal uit het bestaande curriculum weggelaten kan worden’. Want alleen door de overladenheid nu eens echt terug te schroeven kan er tijd vrijkomen om na te denken, om de verdieping te zoeken die Maak samen je eigen onderwijs biedt.

Verder lezen?

Voor slechts € 3,55 per maand ( € 42,50 incl. 9% btw per jaar)  heeft u al een abonnement

DNMonline:

  • informeert over leiderschap in/en onderwijs en meer
  • is onafhankelijk, kritisch, beschouwend, wetenschappelijk en beschrijft boeken,
  • richt zich op (school)leiders, directies, besturen en toezichthouders in onderwijs
  • werkt met professionals die door hun werkervaring goed ingevoerd in alle aspecten van het onderwijs