DNMonline is een onafhankelijk online platform over leiderschap in het funderend onderwijs. DNMonline verschijnt 8x per jaar met een overzicht van nieuwe content en toegang tot een uitgebreid archief.
Robert van Putten & Theo van der Zee (red.)(2025)
Onderwijs voorbij de meritocratie. Tegendraadse beschouwingen over prestaties in het onderwijs
PDF-boek, Radboud University Press
Willem de Vos
Willem de Vos is oud-rector-bestuurder en werkt als zelfstandig adviseur, coach, spreker, schrijver en verhalenverteller
E-mail:info@goederaed.nl
Wie van ons leest eerst de inhoudsopgave van een boek? Niet vaak zag ik een inhoudsopgave die zo ‘boekdelen spreekt’.
Het boek, in pdf-vorm, telt een reeks kritische bijdragen over de dominante denkrichting binnen en over het funderend onderwijs. Doorsneden door enkele, door een verhalenverteller verwoorde, schetsen van moedige praktijksituaties.
De titel kenschetst ons onderwijssysteem als vooral gericht op individuele prestatie. Leerlingen moeten het zelf verdienen, zodat zij een waardevolle bijdrage aan de economie kunnen gaan leveren. De auteurs zijn allemaal verbonden aan Verus, ‘de vereniging voor katholiek en christelijk onderwijs’ en filosoferen met beide benen op de grond over onderwijs dat op een andere leest is geschoeid.
Ik probeerde mij voor te stellen wat er in de vaste kamercommissie onderwijs zou gebeuren als daar dit boek besproken zou worden, vooropgesteld dat iemand het gelezen zou hebben, al zouden het voorwoord, de inhoudsopgave en de epiloog al genoeg losmaken:
Er zijn nog scherpere uitspraken denkbaar, maar die zouden moeten komen van commissieleden die waarschijnlijk afwezig zijn.
Voor de goede orde: het bovenstaande beschouw ik als een aanbeveling voor dit boek met ‘Tegendraadse beschouwingen over prestaties in het onderwijs.’
Op de dag dat ik dit schrijf, opent mijn dagblad met ‘We leven “hypernerveus” en dat is schadelijk waarschuwt adviesraad’. Die adviesraad is de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS), die stelt: ‘Ons leven is doorspekt met prestatiedruk en haast. De druk moet van de ketel, stelt een adviesraad. Privé, maar vooral ook bij scholen en bedrijven.’ Een onderstreping van het belang van een tegendraadse manier van denken.
Wie in diezelfde kamercommissie of in een kamerdebat een bevrijdend geluid zou willen laten horen, vindt alle ingrediënten daarvoor in de veelheid van bijdragen en praktijkverhalen in dit boek.
Over razende stilstand, prestatiepijn, de tirannie van verdienste, onderwijs als sorteermachine, over rivaliteit, de stille onderliggende ideologie, het denken onder de termen ‘evidence-based’ of ‘evidence-informed’, het gebrek aan aandacht voor vragen van ‘zin en betekenis’, het rapport van je kleinkinderen in de vorm van een boekwerk, gelijke kansen die stiekem moeten leiden tot gelijke uitkomsten, of kansengelijkheid als aristocratisch en zelfs leugenachtig ideaal (want aan wie ligt het als de resultaten uiteindelijk toch verschillen?), over de minachting van de specifieke bijdrage van de school (want je (talenten) ontwikkelen kan je overal), over de diepere betekenis van het gebruik van de term ‘floreren’ tegenover ‘menselijk kapitaal’, over de toegang tot school als een stressvol gevecht, over de niet aflatende toetsdruk en cijfercultuur, over het meritocratisch karakter van het ‘cancellen’ van ‘losers’ op sociale media en over de overgang van meritocratie naar ‘ministeriocratie’.
Andere boeg
De auteurs dagen de lezer uit te onderzoeken of hij zijn invloed en durf kan aanwenden om het onderwijs over een totaal andere boeg te gooien. Uiteraard besteden auteurs aandacht aan de vraag of het identiteitsgebonden onderwijs het dan anders doet. Het heeft in ieder geval de mogelijkheden en de plicht. Door andere begrippen te benadrukken die het neo-liberale/meritocratische denken heeft afgeschaft, zoals: ‘Verbeeldingen van onderlinge liefde en solidariteit, sociale gerechtigheid, heelheid tegenover fragmentatie en opzettelijke gebrokenheid.’ Een belangrijke vraag daarbij is wel: en waar vind je dat dan? Want de onderwijsprogramma’s, vakkenstructuur en toets- en prestatiedruk lijken toch wel veel op elkaar. Werken identiteitsgebonden scholen niet mee aan ‘harder, better, faster, stronger’? Het lijkt erop dat het aantal voorbeelden van christelijke scholen ‘Voorbij de meritocratie’ met een lantaarn te zoeken is.
De verhalende hoofdstukken in het boek, geredigeerd door een verhalenverteller van het zuiverste water, laten zien dat er scholen zijn die enkele moedige stappen al hebben gezet.
Mooi dat het boek niet blijft hangen in cultuurkritiek, maar bewust mogelijkheden beschrijft om voorbij het meritocratisch denken te komen. Of moeten we juist terug naar de tijd toen de verdienste van het individu nog niet zo bewierrookt werd?
Puntje van kritiek? ‘Herhaling is de moeder van de wijsheid’ (‘en spieken de vader’, zeiden wij vroeger), maar de herhalingen, in de punten die de verschillende auteurs maken en de terminologie die zij hanteren, vallen nogal op. Nu raad ik niemand aan het boek in één ruk met rode oortjes uit te lezen. Als je het in delen tot je neemt, zal de herhaling vooral versterkend werken en herkenning opleveren. En passen grasduinen, trage vragen stellen en herkauwen niet naadloos bij de strekking van dit boek?
Laat ik mijn punt van kritiek nog verder onderuithalen. Om voorbij het meritocratische denken te komen, moeten we taal vervangen. Moeten begrippen als: talentontwikkeling, individuele verdienste, menselijk kapitaal, loopbaansturing, zelfprofilering plaatsmaken voor woorden als: menswaardigheid, dienstbaarheid, goed samenleven en inclusiviteit.
En dat lukt alleen als je de nieuwe taal ‘erin slijpt’ en dat doet dit boek wel.
Nog een puntje dan? De term ‘Agora’, voor de onderwijsbeweging die veel van de meritocratische principes heeft vervangen door werkwijzen die gericht zijn op het ‘floreren’ van kinderen, zoek je in het boek tevergeefs. Weliswaar is Agora niet gebonden aan levensbeschouwelijke identiteit. Of juist wel, omdat er een diepe overtuiging onder ligt over mens-zijn, leren en ontwikkelen. En er zijn genoeg scholen van christelijke signatuur die (deels) aan de slag gegaan zijn met deze manier van werken. Hier had de verhalenverteller wel enkele pagina’s aan mogen wijden. Of je nu fan bent of niet, Agora benadrukt het leren in gemeenschap, leren voor het leven en niet voor de loopbaan, leren om ook je medeleerling te dienen met wat jij in je hebt.
Hoe krijgen we dit boek op de agenda van de vaste kamercommissie onderwijs? Al waren het maar de inhoudsopgave, het voorwoord en de epiloog!
DNMonline: