Abonneer je nu!

Voor slechts € 3,55 per maand ben je al abonnee!

DNMonline is een onafhankelijk online platform over leiderschap in het funderend onderwijs. DNMonline verschijnt 8x per jaar met een overzicht van nieuwe content en toegang tot een uitgebreid archief.

Column

Willem de Vos
Willem de Vos is oud-rector-bestuurder en werkt als zelfstandig adviseur, coach, spreker, schrijver en verhalenverteller.
E-mail: info@goederaed.nl

LinkedIn

Tot hier toe en niet verder!

Journalisten en wetenschappers hebben het al moeilijk genoeg. Daar doe ik niet nog een schepje bovenop. Maar er moet me wel iets van het hart. Ooit liep een jonge beurshandelaar langs een schoolplein en zag dat een jochie werd aangevallen door een hond. Hij bedacht zich geen moment, greep de hond en smeet hem van zich af. Het beest overleefde het niet, het jongetje kwam met de schrik vrij. De plaatselijke krant meldde ‘Dappere student redt scholier van agressieve hond’. De jongeman belde de krant en legde uit dat hij geen student meer was maar beurshandelaar. Prompt werd de kop aangepast in: ‘Brute beurshandelaar doodt schoolmascotte’.
Dit is vast niet echt gebeurd.

Wat wel echt is, is de krantenkop: ‘Nederlandse klas scoort wereldwijd slecht op discipline.’ Ik belde de krant en legde uit hoe het echt zit. Prompt werd de kop gewijzigd in: ‘Veel 15- jarige scholieren ervaren minstens in sommige Wiskundelessen vormen van wanorde.’
Nou ja, die krant moet ik nog bellen, maar die laatste kop is een stuk realistischer. Want dat is de echte hoofdconclusie van het onderzoek van drie Belgische hoogleraren op basis van de PISA-gegevens van 2022.

Nou was ik zelf vroeger geen gezagsgetrouwe en oplettende leerling. In klas 1 van de lagere school (nu groep 3) kwam ik thuis met een 6,5 voor gedrag. In klas 4 (nu groep 6) weigerde ik categorisch om ’s middags mijn cijfersommen te maken. Cijferen kon ik allang en ik zag de zin van dat oefenen niet. Toen het de meester de keel uithing gaf hij mij een brief over mijn ongehoorzaamheid, die ik thuis moest afgeven. Die brief heb ik maanden in mijn schoolbankje bewaard en uiteindelijk weggegooid. Je gaat toch niet zelf je vonnis thuis bezorgen?

Ik zal bij colleges statistiek en wetenschappelijke methoden later ook wel niet goed hebben opgelet. Er is zoveel om tegelijkertijd op te letten, toch ?!

Maar ik heb wel met aandacht het rapport ‘Gedrag in crisis’ gelezen. Want zodra het woord ‘PISA’ valt, zit ik op het puntje van mijn stoel. Laat ik het eerst voor de onderzoekende hoogleraren opnemen: ze zijn voorzichtig in het leggen van causale verbanden en houden het bij ‘een statistisch significante relatie’, want een causale relatie kan ‘met dit soort data nooit met zekerheid worden vastgesteld.’ Zoals je ook het causaal verband tussen het aantal ooievaars en het geboortecijfer niet kunt vaststellen (al had een van onze dochters onlangs op de dag van haar bevalling ‘s ochtends wel een ooievaar gezien).
Dat gezegd hebbend: ik vind het nogal wat, of scherper gesteld: ik vind het niks!
Een onderzoeksrapport met de titel Gedrag in crisis, leidend tot bovenstaande krantenkop. Op basis van vragen die aan 15-jarige scholieren zijn gesteld met betrekking tot het vak Wiskunde. Met daaraan verbonden het sterke vermoeden dat dit leidt tot slechtere rekenresultaten en uiteindelijk het faillissement van de bv Nederland. Oh nee, dat laatste staat er niet, geloof ik.

Wat ik nog weet van de kaders voor wetenschappelijk onderzoek is in ieder geval het verschil tussen kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Of op zijn minst de nuttige actie om de duiding van kwantitatieve gegevens te bespreken met mensen van vlees en bloed, waaronder minstens de 15-jarige scholieren zelf en liever ook hun (Wiskunde)docent. In plaats van zulke verstrekkende, kwalificerende conclusies te trekken, zij het verpakt in voorzichtigheid, op basis van louter cijfers. Met onvoorzichtige krantenkoppen als gevolg. Al zit daar dan ook weer geen causale relatie achter. Maar wel een duidelijk verband.

De onderzoekers leggen, ook voorzichtig, een verband met het lerarentekort. Dat tekort zou wel eens groter kunnen zijn onder invloed van de structurele gezagscrisis. Waarbij niet het tekort invloed heeft op de gezagscrisis (want een niet bestaande leraar heeft helemaal geen gezag), maar andersom: die gezagscrisis zou potentiële leraren afschrikken. Ook dat is slechts een vermoeden, op basis van het feit dat het aantal schoolleiders dat zegt te kampen te hebben met een lerarentekort in ons gezagsarme landje, hoger is dan in landen waar orde en gezag heersen in de klas.

Ik kan het niet laten, te denken aan deze mop: ‘Waarom zijn brandweerauto’s rood?’:

‘Een brandweerauto is rood, want:
Hij heeft 4 wielen en 3 brandslangen,
4 x 3 = 12,
12 pence is één shilling,
op de zijkant van de shilling staat Queen Mary
Queen Mary is een schip,
dat vaart in het water,
in het water zwemmen vissen,
deze vissen hebben vinnen,
de Finnen vochten tegen de Russen,
de Russen waren rood,
en daarom is een brandweerauto rood.’

En natuurlijk is de relatie met een klas voor leraren ‘minstens in sommige gevallen’ een worsteling. Alsof dat ooit anders is geweest … Toen ik in 1981 startte als leraar was er een boek over ordehouden in de klas met een veelbetekenende omslagtekening: een jonge leraar houdt een bord vast met de tekst ‘Tot hier toe en niet verder’. Hij zet steeds een stap naar achteren en neemt het bord mee.

Maar dit rapport en de verplatte weergave ervan in kranten zijn een slag in het gezicht van de beroepsgroep. En dat alles op basis van een paar vragen aan 15-jarigen in het kader van het vak Wiskunde. En niet eens voor een cijfer.

Ik kan niet wachten op een onderzoeksrapport met de titel: ‘Nederlandse scholieren denken zelf na.’ Met informatie over: de scores op empathie, op samenwerken en samenleven, op zelfstandig denken, creatief denken, op verdraagzaamheid en kritisch vermogen. En dan graag een internationale vergelijking, met waarschijnlijk de omgekeerde rangorde. Nederland op 1, Noord-Korea op 70.

Maar daarvoor heb je aan de PISA-vragenlijsten niets. Al leveren ze ook boeiende data op over welbevinden en veiligheidsbeleving. Op welbevinden scoren onze 15-jarigen torenhoog en met de veiligheidsbeleving is weinig mis. En toch zouden deze data de hoofdconclusie ondersteunen, volgens de onderzoekers.

Ik sluit niet af met die beruchte uitspraak van Mark Twain over leugens, grote leugens en statistieken.

Ik doe dat liever met de Afrikaanse, o zo ware uitspraak: ‘It takes a village to raise a child.’

Reageren?

Reacties worden per mail rechtstreeks aangeboden aan de auteur. 

Verder lezen?

Voor slechts € 3,55 per maand ( € 42,50 incl. 9% btw per jaar)  heeft u al een abonnement

DNMonline:

  • informeert over leiderschap in/en onderwijs en meer
  • is onafhankelijk, kritisch, beschouwend, wetenschappelijk en beschrijft boeken,
  • richt zich op (school)leiders, directies, besturen en toezichthouders in onderwijs
  • werkt met professionals die door hun werkervaring goed ingevoerd in alle aspecten van het onderwijs