DNMonline is een onafhankelijk online platform over leiderschap in het funderend onderwijs. DNMonline verschijnt 8x per jaar met een overzicht van nieuwe content en toegang tot een uitgebreid archief.
Rien Rouw
Rien Rouw is strategisch adviseur bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
E-mail: m.a.rouw@minocw.nl
Melissa Mouthaan
Melissa Mouthaan is policy analyst bij de OESO
E-mail: Melissa.Mouthaan@OECD.org
Evidence informed onderwijs wereldwijd
In dit artikel geven Melissa Mouthaan en Rien Rouw een impressie van internationale ontwikkelingen in de kennisinfrastructuur rond onderwijs. De focus ligt daarbij op funderend onderwijs. De auteurs beschrijven enkele trends, en illustreren die met voorbeelden uit verschillende landen.
NB. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven. Aanvullende opinies of argumentaties in deze bijdrage zijn van de auteurs en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs de officiële gezichtspunten van de OESO of haar lidstaten.
In het voorjaar van 2024 nam de Europese Raad van Onderwijsministers een verklaring aan over ‘evidence-informed policy and practice’ in onderwijs [1]. De ministers benadrukken het grote belang van hoogwaardige data en onderzoek naar het verhogen van de prestaties van leerlingen en studenten. Aan deze verklaring ging een drukbezochte conferentie vooraf waaraan onderwijsprofessionals, beleidsmakers en onderzoekers uit alle Europese landen deelnamen.
Dit is maar een van de signalen van de wereldwijde ruime aandacht voor het beter benutten van kennis uit onderzoek voor de verbetering van het onderwijs. In een recent essay laat de Canadese onderzoeker Tracey Burns (2023) zien dat de aandacht voor evidence onder beleidsmakers de afgelopen 20 jaar sterk is gegroeid. Dat heeft alles te maken met het grote belang van onderwijs voor onze samenleving en onze economie. Daarmee werd onderwijs ook meer en meer interessant voor financieel-economische beleidsmakers, en rees de vraag wat het rendement is van investeringen in onderwijs. Dat leidde in eerste instantie tot veel nadruk op de omvang en de kwaliteit van onderwijsonderzoek, en op het presenteren daarvan in aantrekkelijke formats. De laatste jaren is het inzicht gegroeid dat het daadwerkelijk benutten van kennis in onderwijspraktijk en beleid niet zo eenvoudig te organiseren is, en is er groeiende aandacht voor wat je de ‘context of use’ zou kunnen noemen, namelijk bij scholen en ministeries. Dat leidt dan tot veel aandacht voor professionalisering van onder meer leraren en beleidsmakers. In ieder geval voor leraren is in veel onderwijssystemen sprake van verwetenschappelijking van het beroep. Een laatste reden voor de groeiende aandacht voor evidence zijn de hoge verwachtingen van de samenleving (en wel in het bijzonder van ouders), van onderwijs als bron van ontwikkelingskansen van kinderen en jongeren. Dat roept de vraag op of scholen het beste leveren in de dagelijkse praktijk van klaslokaal of leerplein, en hoe we kunnen waarborgen dat scholen hoogwaardig onderwijs leveren.
[1] Council conclusions on promoting evidence-informed policy and practice in education and training to achieve the European Education Area (europa.eu)
Kennisbenutting is een sociale praktijk
We beginnen met een verschuiving in het onderzoek naar en het denken over kennisbenutting (Burns, 2023 en Revai, 2022). Die verschuiving komt voort uit de vaststelling dat kennisbenutting in de praktijk en het beleid complex blijkt te zijn, veel complexer dan traditionele modellen van onderzoek veronderstellen.
Traditionele modellen zijn lineair, ze gaan uit van het onderzoek dat volgens de onderzoekers gebruikt zou moeten worden. De nadruk ligt daarbij op de kwaliteit van het onderzoek, en op het verspreiden daarvan, en op wat dan heet ‘vertalen’ ervan voor de gebruikers. Dat vertalen vindt plaats in verschillende formats die toegankelijk zouden moeten zijn voor de beoogde gebruikers.
Deze benadering is op zichzelf niet heel effectief gebleken, en daarom is al geruime tijd een tweede model in zwang, het relationele. Hier gaat het vooral om het organiseren van interactie tussen onderwijsprofessionals, beleidsmakers en onderzoekers, en om het ontwikkelen van vaardigheden om die interactie aan te gaan. Steeds meer wordt erkend dat lineaire en relationele benaderingen, hoewel belangrijk, op zichzelf onvoldoende zijn.
Een derde model zet daarom een stap verder, en verschuift de aandacht van individuele interacties naar het collectieve en het systeemniveau. Een van de kernwoorden hier is `ecosysteem van kennisbenutting’: een goed gestructureerde en duurzame samenwerking tussen onderwijsprofessionals en onderzoekers. Een tweede element is aandacht voor de bestaande kennisdynamiek binnen scholen en ministeries. Onderwijsprofessionals en beleidsmakers gebruiken verschillende kennisbronnen om tot beslissingen te komen, waaronder hun eigen professionele expertise en ervaring. Resultaten van (wetenschappelijk) onderzoek komen binnen in die dynamiek, en moeten zich daar een plaats verwerven. De ‘science of using science’ verdiept zich in de vraag hoe die processen verlopen. Een goed voorbeeld daarvan is het Australische onderzoek naar Quality Use of Research Evidence in scholen (Rickinson et al, 2023), dat conceptualiseert wat kwalitatief hoogwaardig gebruik van onderzoek is. Met dit model kunnen scholen zelf evalueren of ze de randvoorwaarden daarvoor op orde hebben.
Zie je deze verschuiving in het denken over kennisbenutting ook in de activiteiten die verschillende landen ondernemen? Recent internationaal vergelijkend onderzoek van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) geeft hieromtrent enige indicatie. Het onderzoek laat zien dat in veel landen vooral de traditionele en de relationele benaderingen worden ingezet. Voorbeelden zijn het opbouwen van kennisdatabanken, gebruikersvriendelijke manieren om kennis te verspreiden, maar ook het opzetten van partnerschappen tussen praktijk en onderzoek en het bevorderen van interactie en samenwerking. Een concreet voorbeeld hiervan is het EULE zelfstudieplatform in Duitsland. Veel minder is nog sprake van een benadering waarin op overkoepelend niveau het bevorderen van kennisbenutting systematisch wordt aangepakt.
LINEAIR – online zelfstudie leerplatform
EULE-leeromgeving – Professionalisering van leraren via online leren en zelfstudie
De EULE-leeromgeving is een online leer- en zelfstudieplatform dat wordt gefinancierd door het Duitse Federale Ministerie van Onderwijs en Onderzoek. De doelgroep van het project bestaat uit ongeveer 530.000 cursusleiders, trainers, docenten, teamleiders en trainers op het gebied van volwasseneneducatie.
Bij het ontwikkelen van EULE is steeds feedback gevraagd aan de gebruikers over de relevantie en bruikbaarheid van het aanbod.
Uit een onafhankelijke evaluatie van de EULE in 2020 bleek dat studiedeelnemers erin slaagden de trainingsinhoud direct te koppelen aan hun lespraktijk en wat ze hadden geleerd daarin te integreren.
De opkomst van `brokerage agencies’
Zogeheten intermediaire organisaties, die onderwijspraktijk of -beleid en onderzoek met elkaar verbinden, zijn er in soorten en maten. Maar internationaal lijkt een trend waarneembaar naar de oprichting van organisaties met als specifiek doel kennisbenutting te bevorderen, zogemaande brokerage agencies (Hill, 2023). Je vindt ze overal in de wereld, van Costa Rica tot Nieuw-Zeeland, en in ons omringende landen als Vlaanderen, Noorwegen, Portugal en Zwitserland. De Engelse Education Endowment Foundation (EEF) geldt als een van de goede voorbeelden, dat ook internationaal navolging vindt [2]. Opgericht om gelijke kansen in het onderwijs te bevorderen door kennis daarover de verzamelen en te verspreiden, is het een organisatie met een totaalpakket: onderzoek van hoge kwaliteit, onderzoeksynthese, ondersteuning van de praktijk door handreikingen, bouwen van netwerken en expertise op scholen, en zelfevaluaties. EEF is nog een uitzondering, want in de meeste landen vervullen brokers een of enkele van deze functies.
[2] Education Endowment Foundation | EEF
Netwerken rond onderwijspraktijk en onderzoek
Schoolnetwerken worden steeds meer erkend als een cruciaal onderdeel in het creëren en bevorderen van sterke banden tussen leraren, wat op zijn beurt het gebruik van onderzoek kan ondersteunen. Er is inmiddels veel onderzoek gedaan naar schoolleiderschap en netwerken in praktijkcontexten. “Sterke leiders” in scholen bepalen de richting, ontwikkelen mensen en stimuleren hen professioneel te groeien door formele training en feedback te bieden. De term “systeemleiders” (Fullan, 2002) bracht het concept van leiderschap voorbij individuele scholen: systeemleiders richten zich per definitie op het verbeteren van andere scholen, niet alleen hun eigen school. In het verkennen van hoe landen onderwijshervormingen invullen, heeft de OESO ook systeemleiderschap gepromoot en beschreven hoe systeemleiders hun scholen ontwikkelen als professionele leergemeenschappen, waarbij ze relaties opbouwen binnen en buiten scholen met als overkoepelend doel het duurzaam verbeteren van scholen door middel van systeemniveauverbetering (Hopkins en Pont, 2008). Twee voorbeelden van zo’n netwerk van scholen zijn het WELL-initiatief in Engeland en onderwijsnetwerken in Chili.
RELATIONEEL – Capaciteitsopbouw van leraren door middel van een netwerk
WELL-initiatief – Professionele ontwikkeling via een schoolnetwerk – Cumbria, Engeland
Het Western Excellence in Learning and Leadership (WELL)-initiatief (2021-2024) heeft tot doel de onderwijsprestaties van kansarme jongeren in Cumbria (VK) te verbeteren. WELL heeft samengewerkt met de Education Endowment Foundation en het Research School-netwerk om het gebruik van onderzoek door scholen en leraren te versterken in een netwerk van 121 basis- en middelbare scholen. Het project bood ondersteuning aan scholen, vooral professionele ontwikkelings- en trainingsprogramma’s. Zo heeft WELL financiering verstrekt voor een extra EEF Research School, waardoor lokale leraren meer toegang kregen tot op bewijs gebaseerde professionele ontwikkeling.
De evaluatie toonde aan dat de overgrote meerderheid van de scholen positief betrokken was en dat WELL de toegang tot onderzoek vergrootte. Schoolleiders meldden dat ze beter in staat waren om na te denken over onderzoek en het gebruik ervan, vooral door het gebruik van de leidraden van de EEF. Sommige schoolleiders gingen kritischer om met onderzoek, bijvoorbeeld door te erkennen dat wetenschappelijk onderzoek geen eenvoudige oplossingen biedt en altijd moet worden aangepast aan verschillende contexten.
SYSTEEM – Capaciteitsopbouw op het niveau van schoolleiders
Onderwijsnetwerken ter ondersteuning van kennisbenutting- Chili
Een initiatief in Chili is de ontwikkeling van verschillende onderwijsnetwerken gericht op schoolverbetering. Sommige bestaan uit schoolleiders, andere uit curriculumcoördinatoren, leraren en vroegschoolse educatie-professionals. Een van de doelen van deze netwerken is om mogelijkheden te bieden voor kennisuitwisseling tussen deelnemers en scholen.
Verschillende netwerken hebben uiteenlopende doelen en processen. Zo richten samenwerkingsnetwerken zich op het delen van succesvolle of innovatieve praktijken tussen scholen, waarbij de nadruk ligt op het delen van ervaringen, maar er meestal geen onderzoek wordt uitgevoerd. Coöperatieve netwerken definiëren gemeenschappelijke doelen en analyseren doorgaans gegevens van scholen. Informatieve netwerken beperken zich tot het verspreiden van ministerieel beleid en richtlijnen aan schoolleiders.
Huidig onderzoek naar schoolnetwerken toont aan dat netwerken waarvan de processen worden geleid door een transparante methodologie, die coherent zijn en sterke institutionele steun ontvangen, het meeste succesvol zijn.
Conclusie
Wij zien twee verschillende uitdagingen voor kennisbenutting in het onderwijs. In de eerste plaats lijkt het erop dat in veel landen losse initiatieven worden genomen, maar dat het ontbreekt aan een aanpak die het onderwijssysteem als geheel beïnvloedt. Daarbij gaat het onder meer om het ontwikkelen van leiderschap dat kennisbenutting bevordert op alle niveaus én op het systeem als geheel. Maar ook om een goed gecoördineerde aanpak waarbij alle relevante actoren zijn betrokken, ofwel het inrichten van een kennisinfrastructuur op systeemniveau. De ontwikkeling van NRO tot kennisinstituut is een goed voorbeeld van dat laatste.
In de tweede plaats is er nog maar beperkt sprake van systematische evaluatie van kennisbenuttingsinitiatieven. Zeker, het probleem van het niet-systematisch evalueren van activiteiten voor kennisbenutting is niet uniek voor het onderwijs. In hun review van bijna tweeduizend initiatieven van intermediaire organisaties wereldwijd, ontdekten Oliver et al. (2022) dat slechts 6% hiervan werd geëvalueerd. Deze situatie wordt door hen beschreven als een `toenemende massa stuurloze activiteit’, die kan leiden tot verspilling van middelen en die geen nuttige lessen oplevert. Ondersteunend leiderschap, zowel op organisatieniveau als op systeemniveau, kan helpen het bewustzijn over het belang van evaluatie te vergroten.
Referenties
Boaz, A. (2021), Push or pull: What does harnessing the use of research involve and imply?, Presentatie gegeven op de bijeenkomst van het OESO-project Strengthening the Impact of Education Research op 27 april 2021
Burns, T. (2023), The evolution of evidence-informed policy and practice. Melbourne Centre for Strategic Education
Fullan, M. (2002), “Principals as leaders in a culture of change”, Educational Leadership, https://michaelfullan.ca/wp-content/uploads/2016/06/13396053050.pdf
Hill, J. (2022). Who is facilitating research use in education systems. In: OECD (2022), Who Cares about Using Education Research in Policy and Practice: Strengthening Research Engagement.OECD Publishing
Hopkins, D. and B. Pont (2008), Approaches to system leadership: Lessons learned and policy pointers”, in Hopkins, D., D. Nusche and B. Pont (eds.), Improving School Leadership, Volume 2: Case Studies on System Leadership, OECD Publishing, https://doi.org/10.1787/9789264039551-10-en
Oliver, K. et al. (2022), “What works to promote research-policy engagement?”, Evidence & Policy, Vol. 18/4, pp. 691-713, https://doi.org/10.1332/174426421×16420918447616
Révai, N. (2022), The changing landscape of research use in education. In: OECD (2022), Who Cares about Using Education Research in Policy and Practice: Strengthening Research Engagement. OECD Publishing
Rickinson, M., et al. (2024), Understanding the Quality Use of Research Evidence in Education. Routledge
Reacties worden per mail rechtstreeks aangeboden aan de auteur.
DNMonline is onderdeel van
Uitgeverij Kloosterhof
Napoleonsweg 128A
6086 AJ Neer
T: 0475-597151
M: info@kloosterhof.nl
ABN AMRO: NL38.ABNA.061.70.45.976
KvK: 130.38280
BTW: NL8220.03.612.B01
DNMonline: