Abonneer je nu!

Voor slechts € 3,55 per maand ben je al abonnee!

DNMonline is een onafhankelijk online platform over leiderschap in het funderend onderwijs. DNMonline verschijnt 8x per jaar met een overzicht van nieuwe content en toegang tot een uitgebreid archief.

Eelco van Hout
Eelco van Hout is Academisch Directeur en Associate Professor bij TIAS School for Business & Society.
E-mail: e.j.vanhout@tias.edu

Margriet van der Sluis
Margriet van der Sluis is Clustermanager en Assistent Professor bij TIAS School for Business & Society.
E-mail: M.vanderSluis@tias.edu

LinkedIn
02 foto 1 Regiodeal_hybride_leeromgeving_Nick_bookelaar_2023_2

Uit je bubbel en (terug) in het ecosysteem!

Ecosystemisch denken en werken in het onderwijs

Onderwijsmensen hebben de neiging onderwijsvraagstukken in de eigen bubbel te definiëren en op te lossen. De uitdagingen waar we voor staan vragen echter oplossingen die buiten die bubbel liggen, in het omliggende ecosysteem: het regionale complex van mensen, instellingen, overheden en bedrijven waar ook scholen deel van uitmaken. Ecosystemisch werken gaat om samenwerking tussen de onderdelen van dat systeem omdat juist in deze verbindingen energie en ondernemerschap te vinden is en oplossingen sterker en duurzamer blijken te zijn dan huidige structuren. Een goed voorbeeld daarvan is het Eindhovense Brainport en mede aan de hand daarvan verkennen we in deze bijdrage de mogelijkheden van ecosystemisch denken voor schoolleiders en onderwijs.

Het onderwijs kampt met een aantal hardnekkige problemen. Zo hebben we een tekort aan docenten, bijna permanente financieringsproblemen en ook nog eens een gebrek aan (duurzaam) innovatief vermogen. Daarbij hebben we de neiging om bij het zoeken naar oplossingen voor deze problemen in de eigen bubbel te blijven. Vraagstukken worden in bestaande structuren gedefinieerd en aangepakt. Maar het besef groeit dat dit niet voldoende is voor de toekomst. We zullen over grenzen heen moeten gaan kijken. Onderwijskundig is er een toenemende behoefte om te leren en te ontwikkelen in relatie tot de samenleving. Scholen en schoolbesturen hebben bijvoorbeeld als missie om leerlingen zich verder te laten ontwikkelen tot competente burgers waar we trots op kunnen zijn. Ook komt de regio meer in beeld zoals blijkt uit de ontwikkeling van onderwijsregio’s waarin we onder meer het personeelstekort proberen op te vangen.

Ecosystemen: het én-én-én-principe oftewel &3
In die onderwijsregio’s gaat het echter wel weer voornamelijk over samenwerking binnen het onderwijs, terwijl het ecosystemisch denken ervan uitgaat dat het onderwijs op een natuurlijke manier verweven is met álle partijen in het regionale ecosysteem (Wurth, Stam & Spigel, 2022). We noemen dat ook wel de quadruple helix: de onlosmakelijke samenhang van kennisinstellingen, overheden, bedrijven en samenleving, waaronder onderwijs, zorg en welzijn (figuur 1) (Carayannis & Campbell, 2009).

Figuur 1. Quadruple helix in een ecosysteem (Carayannis & Campbell, 2009).

De ecosystemische benadering wil gebruik maken van de rijkdom van de natuurlijke variëteit aan partijen in het regionale ecosysteem. Het samenspel daartussen werkt op basis van het èn-èn-èn-principe oftewel &3. Voor het onderwijs houdt dit in dat scholen voor primair, voortgezet en beroepsonderwijs (1) vanuit eigen expertise werken aan goed onderwijs, (2) een eigen rol hebben in de ontwikkeling van de individuele andere partijen in het ecosysteem en (3) medeverantwoordelijk zijn voor het gehele regionale ecosysteem.

Ecosystemisch denken en werken is bij uitstek waardegedreven. Het overstijgt de individuele organisatiebelangen, maar respecteert en voedt de individuele (professionele) waarden en passie van anderen in het ecosystemen (Van Hout, 2022). Het gaat erom bij te dragen aan het ecosysteem door eigen waarde in samenhang met anderen te ontwikkelen: trots en gepassioneerd zijn binnen wat je doet en tegelijkertijd anderen in hun (kern)doelen te laten floreren: elkaar vinden op wederzijdse professionele affectie. Typerend voor ecosystemisch denken en (samen)werken is ook de natuurlijke, verbindende gezamenlijke (historische, culturele, sociaal-economische) voedingsbodem die we ook wel ‘terroir’ noemen. De vitaliteit van het regionale ecosysteem staat of valt met het vermogen van de streek om zich voortdurend door te ontwikkelen, in beweging te blijven en te innoveren.  Centraal in ecosystemen staan energie en ondernemerschap: dat (b)lijkt zoals in de Brainportregio wordt beleefd, een enorm sterke aanvulling, die wellicht zelfs wel sterker en duurzamer is dan functionele (regulatieve) verbindingen.

Foto Brainport

De Brainportregio: voorbeeld van een ecosysteem in ontwikkeling
De Brainportregio in en rondom Eindhoven is een aardig voorbeeld van een regionaal ecosysteem (Bronneberg et al, 2023). Hier wordt de hightech industrie nieuw leven ingeblazen door de investering van overheden en het internationale bedrijfsleven in campussen en het creëren van een aantrekkelijk investeringsklimaat voor hightech en aanpalende bedrijven. De Brainport bouwt voort op de van oudsher bestaande samenwerkingscultuur in Zuidoost-Brabant: samenwerking was in de 19e eeuw de enige manier om te kunnen overleven op de agrarisch arme zandgronden. Tot op de dag van vandaag wordt deze maatschappelijke cultuur geroemd als een van de sterke punten van de regio. De concurrentiekracht van de hightech staat of valt met haar innovatiekracht. Innovatie en kennisontwikkeling zijn afhankelijk van het samenspel van kennisinstellingen zoals TNO of Eindhoven University of Technology met de high tech industrie. Deze instellingen krijgen door de Brainport wederzijds een continue impuls.

Door de aanwakkering van bedrijfs- en onderzoeksactiviteiten in de regio Eindhoven krijgen traditioneel publieke domeinen als zorg, onderwijs, en gezondheidszorg een enorme boost. Het po- en vo-onderwijs groeit in haar ecosystemische positie door te internationaliseren, leerprogramma’s in samenspraak met de hightech omgeving te ontwikkelen en door bij leerlingen en studenten een onderzoekende, ondernemende en oplossende leerhouding te bevorderen. Het MBO-techniek-onderwijs is steeds meer aangehaakt en zelfs fysiek in de nabijheid van de hightech bedrijven gevestigd. Hierdoor worden leer-werktrajecten, gastcolleges en excursies vergemakkelijkt, krijgen leerlingen de kans opgeleid te worden in de meeste recente technologische omgeving en ontstaat een kweekvijver van arbeidskrachten en andere talent voor hightech en de aanpalende technologische bedrijven (Arbeidsmarktinzicht, 03-08-2021). En voor alle partijen in de Brainportregio geldt dat zij elkaar voortdurend opzoeken en vinden. Dit ecosystemisch samenspel wordt gespeeld in talloze formele en informele verbanden, netwerken en sociale evenementen. Er wordt geïnvesteerd in campussen en andere locaties waar geplande en quasi-toevallige ontmoetingen plaatsvinden. Vanuit die ondernemende houding ontstaan inspiratie, kennis en nieuwe samenwerkingsmogelijkheden.

Foto Brainport

Wat kan dit het onderwijs opleveren?

  1. strategische positie, menskracht en middelen
    Ecosystemisch denken en werken brengt het onderwijs in de eerste plaats terug aan de strategische beleidstafels: lokaal, regionaal en nationaal. Onderwijs maakt fundamenteel en integraal deel uit van de samenleving en zou daarom mee moeten kunnen werken aan belangrijke (strategische) beslissingen in tal van andere sectoren die raken aan onderwijs, bijvoorbeeld op het terrein van klimaatadaptatie, arbeidsmarktbeleid, gezondheidszorg, energietransitie, economische vitalisering, technologische ontwikkeling of ontwikkeling van kenniseconomie. Werken in de quadruple helix laat zien hoezeer bedrijven, overheden, kennisinstellingen per definitie afhankelijk zijn van het po, vo en mbo. Het ecosystemisch denken draagt bij aan de aanwas en het behoud van menskracht en middelen. Niet alle schooltaken hoeven bijvoorbeeld door een gekwalificeerde leraar te worden verricht: daar kunnen ook mensen uit de natuurlijke omgeving van de school een rol in spelen. Door niet de traditionele onderwijstaakstelling als uitgangspunt te kiezen, maar te werken vanuit de ecosystemische publieke waarde toont een regionaal ecosysteem in een oogopslag de natuurlijke rijkdom van veel meer potentiële samenwerkingspartners zijn dan de ‘usual suspects’ waarmee doorgaans wordt samengewerkt. En, by the way: als niet het onderwijs sec centraal staat, maar de publieke waarde ervan, komen ook de financiële resources van al die samenwerkingspartijen in beeld.

  2. vernieuwing en gedeelde passie
    Ecosystemisch denken en werken leidt tot vernieuwing en beweging in de onderwijssector. Innovatie ontstaat in wisselwerking met de omgeving. We zien dat concreet ontstaan in de vorming van lectoraten en practoraten in het beroepsonderwijs. Dit zijn in essentie intensieve (regionale) samenwerkingsverbanden met het bedrijfsleven. ‘Met het opleiden van onmisbaar talent worden stappen gezet voor een gezonde kenniseconomie in Nederland’, aldus Kenniscoalitie-voorzitter Marcel Levi (MBO-raad, 22 april 2024). Nu is de ecosystemische benadering in het mbo veel meer van nature aanwezig dan in po en vo dankzij de nauwe banden met het bedrijfsleven (denk aan het direct leveren van competente werkkrachten, praktijkdocenten in het onderwijs of afstemming van curricula op de behoeften bij werkgevers). Maar we zien langzamerhand ook een sterkere ecosystemische samenwerking in vo ontstaan, zoals in de vorming van auctoraten (Auctoraat, zd). Op lokaal niveau en op kleinere schaal wordt in zowel po als vo trouwens al sinds jaar en dag samengewerkt met partners in de natuurlijke en directe omgeving van de school: met ouders, middenstand, sport- en muziekverenigingen of kerken en moskeeën. In het klein vormen deze samenwerkingsvormen toevoegingen die de traditionele schoolcultuur stukje bij beetje veranderen. Daarbij tonen die ecosystemische praktijken aan dat het onderwijs niet alleen staat. Vanuit hun eigen belangen en eigen perspectief blijken zoveel meer partijen dan alleen onderwijsinstellingen onderwijsgerelateerde passie en ambities te hebben. Dat accepteren is de crux. Een natuurlijke plaats voor en samenhang binnen ecosystemen zorgt voor menskracht, financiën en ruimte voor innovatie. Onderwijs hoeft het niet alleen en niet alleen in de kolom te doen.


Ecosystemisch denken en werken:
wat houdt het tegen?
Uiteraard zijn er allerlei belemmeringen om zo te werken. Allereerst zijn daar de wet- en regelgeving en de collectieve financiering van het overgrote deel van het huidige onderwijs. Deze geven naast de nodige invullingsruimte tegelijkertijd sterke aanwijzingen mee voor de inrichting en invulling van het onderwijsproces in po, vo en mbo. De verwevenheid met de andere strengen van de quadruple helix zijn daarin met name voor po en vo niet expliciet meegenomen. Verder zijn er ook normatieve en zelfs cultureel-cognitieve opvattingen in de samenleving over wat ‘goed onderwijs’ is en hoe dat er uit zou moeten zien die min of meer haaks staan op ecosystemisch denken (zie bijvoorbeeld Biesta, 2016). De heersende professionele  en onderwijskundige opvattingen over onderwijs zijn bovendien sterk gebaseerd op  inhoudelijke, onderwijskundige en pedagogische expertise en de bepalende rol van leerkrachten, de school, het ministerie van onderwijs en andere partijen in het onderwijsbestel. Curricula, eindkwalificaties, toetsing en de inrichting van de leerprocessen worden grotendeels collectief en binnen de onderwijskolom bepaald, vooral in het po en vo. In die lijn zijn er ook bedenkingen bij private ‘inmenging’ in het onderwijs waarbij wordt gewezen op dieperliggende morele opvattingen over onderwijs, zoals dat het voor iedereen beschikbaar moet zijn, voor iedereen in de basis gelijk, algemeen maatschappelijk of juist (in het bijzonder onderwijs) specifiek vormend, doelen die door inmenging van met name het bedrijfsleven op de tocht zouden komen te staan. Waslander heeft echter  aangetoond dat de ecosystemische benadering van onderwijs logischerwijze meer ruimte geeft voor diversiteit in het onderwijs (in instrumentele termen van financiering, inrichting, onderwijsprofessionaliteit en besturing). Haar essay nuanceert ook de zwart-wit-tegenstelling in de discussie over het publieke versus het private karakter van onderwijs (Waslander, 2021).

Vooruitblik: waar gaat het heen?
De bovenstaande institutionele opvattingen over onderwijs maken duidelijk dat het terugplaatsen van onderwijs in de maatschappij niet door iedereen als evident wordt gezienj. De meerwaarde van ecosystemisch denken en werken is het echter waard om voorzichtig stappen te zetten en het perspectief te omarmen. Daarbij hoeft niet from scratch te worden begonnen. Schoolleiders kunnen beginnen bestaande praktijken expliciet maken, die te verkennen en te weten komen over de rol en waarde van onderwijs en hun school binnen regionale ecosystemen.  Ze kunnen aan de slag met het (verder) ontwikkelen van bestaande en nieuwe contacten met overheden, bedrijven, kennisinstituten en maatschappelijke instellingen en die naar een strategisch niveau tillen. Wat betekent dat praktisch voor schoolleiders? Onderzoek wat de kracht is van de regio: zet op een rijtje welke bedrijven, zorginstellingen, verenigingen, overheden een rol spelen in de omgeving. Analyseer voor welke vraagstukken waarmee je in de school te maken hebt, je hulp zou kunnen krijgen uit de directe omgeving en wat je in ruil daarvoor zou kunnen bieden. Wat heb je nodig: macht, informatie, ideeën, kennis of financiële middelen? Ga na of je daarmee verbinding kunt maken in je curriculum want op deze thema’s is kennis aanwezig en mogelijk zingeving voor leerlingen. En andersom: bespreek met welke vraagstukken deze bedrijven worstelen en ga na hoe je hier vanuit de school een bijdrage aan zou kunnen leveren. Daarbij kunnen we in het onderwijs leren van andere regionale ecosystemen of de rol van andere partijen zoals de zorg of bedrijfssectoren in dezelfde ecosystemen. Ga de regio in, maak contact met deze partijen en ga na hoe zij hun ecosystemische rol invullen en het &3-principe toepassen.  

Het is daarbij zaak om de institutionele, meer diepgaande waardering ervan, hand in hand te laten gaan met een meer instrumenteel, praktisch perspectief: wat werkt en wat werkt niet? Zo kan een schoolleider de hectiek van alledag overstijgen en werken aan een ecosystemisch bewustzijn. Denken en werken in ecosystemen vergt een langdurige inspanning en een lange termijnvisie: het maakt onderdeel uit van een innovatieve beweging (Van Hout et al, 2024).  Het is dan ook verstandig het op die manier te benaderen: aanschouwelijk, aanhakend bij wat diep leeft in de onderwijssector en ‘probeerbaar’ is in experimenten en pilots. Dit is geen sinecure: innovatief werken vergt van bestuurders en schoolleiders dat zij hiervoor tijd, menskracht en energie vrijmaken. Onze dierbare onderwijssector weer terug te brengen in de maatschappij vraagt van docenten, van schoolleiders en bestuurders om over hun schaduw heen te springen. Ecosystemisch schoolleiderschap vraagt naar buiten treden, en positie te kiezen in de regio.

Strategisch de verbinding met hun natuurlijke omgeving herstellen: uit de bubbel en terug in het regionale ecosysteem!

Referenties

Reageren?

Reacties worden per mail rechtstreeks aangeboden aan de auteur. 

Verder lezen?

Voor slechts € 3,55 per maand ( € 42,50 incl. 9% btw per jaar)  heeft u al een abonnement

DNMonline:

  • informeert over leiderschap in/en onderwijs en meer
  • is onafhankelijk, kritisch, beschouwend, wetenschappelijk en beschrijft boeken,
  • richt zich op (school)leiders, directies, besturen en toezichthouders in onderwijs
  • werkt met professionals die door hun werkervaring goed ingevoerd in alle aspecten van het onderwijs