Abonneer je nu!

Voor slechts € 3,55 per maand ben je al abonnee!

DNMonline is een onafhankelijk online platform over leiderschap in het funderend onderwijs. DNMonline verschijnt 8x per jaar met een overzicht van nieuwe content en toegang tot een uitgebreid archief.

Esther Rozendaal en Chiara de Jong

Esther Roozendaal is hoogleraar digitale weerbaarheid en veerkracht aan de Erasmus Universiteit, Rotterdam
E-mail: Rozendaal@essb.eur.nl

Chiara de Jong is postdoctoraal onderzoeker bij het MediaMovez project
E-mail: C.dejong@essb.eur.nl

Wijs en weerbaar in de digitale wereld

Hoe ervaringskennis van leerlingen het schoolbeleid kan versterken

Digitaal weerbaar gedrag helpt leerlingen om effectief om te gaan met risico’s online. Voor scholen is het dus cruciaal om te begrijpen welke factoren weerbaar gedrag in de digitale wereld beïnvloeden – en wat leerlingen hierbij zelf ervaren als helpend of belemmerend. In dit artikel laten Chiara de Jong en Esther Rozendaal zien waarom het combineren van wetenschappelijke inzichten met de ervaringskennis van jongeren essentieel is bij het vormgeven van het schoolbeleid ten aanzien van mediawijsheid en digitale weerbaarheid  en hoe je als school leerlingparticipatie op een betekenisvolle wijze vormgeeft..

De digitale wereld is voor jongeren een plek vol kansen én risico’s. Smartphones, sociale media en andere digitale technologieën maken hun leven in veel opzichten leuker en gemakkelijker. Maar ze brengen ook uitdagingen met zich mee die raken aan de veiligheid, en het welzijn van jongeren. Dat vindt ook zijn weerslag in scholen. Zij hebben te maken met uitdagingen zoals concentratieproblemen van leerlingen doordat sociale media en andere apps hen afleiden van hun leertaak en pestgedrag dat online 24 uur per dag door kan gaan. Scholen vragen zich daarom af: hoe kunnen we leerlingen ondersteunen de kansen van de digitale wereld optimaal te benutten en tegelijkertijd effectief om te gaan met de risico’s? Oftewel, hoe helpen we leerlingen digitaal weerbaar te zijn? Digitale weerbaarheid vormt een belangrijke thema binnen de conceptkerndoelen digitale geletterdheid opgesteld door SLO. Die kerndoelen gelden als de wettelijke opdracht voor elke school in het funderend onderwijs. Voor scholen ligt er dus een belangrijke opdracht om binnen hun curriculum invulling te geven aan digitale weerbaarheid.

Digitale weerbaarheid: wat bepaalt het gedrag van jongeren online?
Om digitaal weerbaar gedrag te stimuleren, moeten we eerst weten welke factoren daaraan bijdragen. Wat maakt dat een leerling bijvoorbeeld de betrouwbaarheid van informatie checkt, haatreacties rapporteert, of een schermtijdlimiet hanteert? En wat staat dat gedrag in de weg?

Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat vier factoren een centrale rol spelen in het aanleren en toepassen van digitaal weerbaar gedrag:

  1. Media-gerelateerde kennis en vaardigheden
    Jongeren moeten eerst begrijpen hoe digitale media werken. Kennis over en vaardigheden rondom bijvoorbeeld algoritmes, desinformatie, privacy en online etiquette zijn een basisvoorwaarde om risico’s te herkennen en daar adequaat mee om te gaan.
  2. Cognitieve vaardigheden
    Zelfregulatie, reflectievermogen en kritisch denken zijn nodig om die kennis daadwerkelijk in weerbaar gedrag om te zetten. Deze cognitieve vaardigheden zijn bij jongeren nog volop in ontwikkeling.
  3. Motivatie
    Ook als kinderen weten wat verstandig is, betekent dat nog niet dat ze ernaar handelen. Motivatie, met name intrinsieke is nodig om de vertaalslag naar gedrag te maken.
  4. Media- en sociale omgeving
    Tot slot speelt de omgeving een grote rol. Wordt weerbaar gedrag bijvoorbeeld ondersteund door de interface van apps, bijvoorbeeld door de duidelijke aanwezigheid van een rapporteerknop? En hoe ondersteunend is de opvoedstijl of het voorbeeldgedrag van ouders? Ook de schoolcultuur en manier waarop leerkrachten aandacht besteden aan mediawijsheid en digitale weerbaarheid kan van grote invloed zijn.


Deze vier factoren vormen samen een ‘systeem’; ze hangen met elkaar samen en beïnvloeden elkaar. Pas als we dat systeem van factoren volledig begrijpen, kunnen we gerichte mediawijsheidprogramma’s en telefoonmaatregelen implementeren die écht impact hebben op de digitale weerbaarheid van leerlingen.

Waarom ervaringskennis onmisbaar is
Wetenschappelijke kennis biedt waardevolle inzichten, maar is niet genoeg. Om een compleet inzicht te krijgen in dat systeem van factoren rondom de digitale weerbaarheid van jongeren, moeten we ook gebruikmaken van hún perspectieven. Zij zijn immers de ervaringsdeskundigen in hun eigen online realiteit. 
Wat ervaren jongeren zelf als grootste kansen en risico’s? Wat helpt hen om daar goed mee om te gaan – en wat belemmert hen? En wat kan hun omgeving doen om hen daarbij te ondersteunen? Door in gesprek te gaan met jongeren, krijgen we een completer zicht op (intrinsieke) motivaties, behoeftes, belevingen en de leefwereld van jongeren die vanuit theorie alleen moeilijk te vangen zijn.

Deze inzichten verrijken het bestaande wetenschappelijke kader. Ze zorgen ervoor dat programma’s niet alleen kloppen op papier, maar ook werken in de praktijk. Het combineren van beide kennisbronnen – het wetenschappelijke ‘bewijs’ én de ‘ervaring’ van jongeren – verhoogt de effectiviteit én het draagvlak van mediawijsheidsbeleid in scholen.

Om digitaal weerbaar gedrag te stimuleren, moeten we eerst weten welke factoren daaraan bijdragen.

Draagvlak voor telefoonmaatregelen op school
Sinds januari 2024 is het gebruik van smartphones op middelbare scholen niet meer toegestaan. Veel scholen hanteren het ‘Thuis of in de kluis’ beleid. In het Unplugged project onderzochten wij samen met het Erasmus SYNC Lab wat leerlingen (ruim 100 tussen 11-18 jaar) van dat beleid vinden.  

Hoewel er geen eenduidigheid bleek te bestaan over het gebruiken van de smartphone in de pauze, vond de meerderheid van de deelnemende leerlingen dat je geen smartphone moet gebruiken in de klas. Zij staan dus achter een verbod in de klas. Velen waren het er ook mee eens dat hun smartphone niet thuis of in de kluis hoeft te liggen. De telefoon achterlaten in een bak voor aanvang van de les vonden ze een betere oplossing, omdat ze op die manier ook beter leren omgaan met de drang om je smartphone te pakken.

Opvallend is dat veel leerlingen in het onderzoek aangaven dat er niet écht naar hun mening is gevraagd en geluisterd. Juist dat willen ze graag: meedenken over beleid dat hen direct raakt. Door hen te betrekken bij het vormen en evalueren van regels voelen ze zich serieuzer genomen en is de kans groter dat het beleid gedragen wordt en dus effectief is. Kortom, de stem van leerlingen is essentieel bij het vormgeven van effectief beleid rondom mediawijsheid en digitale weerbaarheid.

Leerlingparticipatie in de praktijk: MediaMovez
Veel onderwijsprofessionals vinden het lastig om leerlingparticipatie in de context van mediawijsheid en digitale weerbaarheid vorm te geven. Hoe doe je dat op een manier die betekenisvol is? In het Erasmus Movez Lab ontwikkelden we hiervoor de MediaMovez-methode, gebaseerd op de participatieve onderzoeksmethode YPAR: Youth Participatory Action Research.

YPAR draait om samenwerking tussen jongeren en volwassenen. Jongeren zijn hierbij geen passieve deelnemers, maar mede-onderzoekers. Ze formuleren hun eigen vragen, analyseren uitdagingen in hun leefwereld, bedenken oplossingen die aansluiten bij hun leefwereld en ondernemen actie om verandering op gang te brengen. Het doel van YPAR is om jongeren een stem te geven en ze op een betekenisvolle manier te betrekken bij beslissingen die hun leven beïnvloeden.

De MediaMovez-methode bestaat uit een reeks interactieve sessies waarin jongeren stapsgewijs werken aan:

  1. Verkennen van hun online wereld. Jongeren maken eerst een mindmap om hun online wereld in kaart te brengen.
  2. Analyseren van kansen en risico’s online. Daarna analyseren ze de positieve en negatieve kanten van hun online wereld.
  3. Bedenken van strategieën om met risico’s om te gaan. Vervolgens bedenken ze acties (strategieën) om effectief om te gaan met de belangrijkste negatieve kanten (risico’s/uitdagingen).
  4. Opstellen van een actieplan en in kaart brengen van hindernissen. Dan stellen ze een actieplan op waarin de meeste effectieve strategie uitwerken en verkennen wat hen belemmert (hindernissen) of helpt bij het uitvoeren van de actie (strategie).
  5. Formuleren van oplossingen. Vervolgens bedenken jongeren hoe ze die hindernissen kunnen overkomen en wie, bijvoorbeeld ouders, leerkrachten en scholen, hen daarbij kan helpen.
  6. Ondernemen van actie. Tot slot presenteren leerlingen hun acties en brengen ze hun advies of behoeftes over aan relevante individuen of organisaties die de voorgestelde oplossingen kunnen uitvoeren.


Door deze opbouw ontstaat er een rijk beeld van wat jongeren nodig hebben om zich digitaal wijs en weerbaar te gedragen – én welke rol andere partijen, zoals ouders, leerkrachten en scholen, daarin kunnen spelen.

Door toepassing van deze methode in ons onderzoek in de bovenbouw van het basisonderwijs ontdekten we dat hulp vragen aan ouders of andere volwassenen een belangrijke strategie is voor kinderen om met online uitdagingen om te gaan. Maar ze ervaren ook veel hindernissen om dat te doen. Sommigen geven aan wel om hulp te willen vragen, maar dat niet te doen omdat zij het gevoel hebben dat de volwassenen in hun omgeving geen echte interesse hebben. Vaak zijn gesprekken over media risico-gedreven en is er weinig aandacht voor de positieve kanten en wat er zo leuk is. En dat vinden kinderen erg belangrijk. Veel kinderen ervaren bovendien gevoelens van schuld en schaamte als hen online iets naars is overkomen of als ze iets gedaan hebben wat eigenlijk niet mag. Ze zijn bang voor straf en zeggen er daarom liever niks over. Kinderen hebben behoefte aan empathie en begrip van de volwassenen in hun omgeving. Dat maakt het makkelijker om hulp te vragen en het creëert ruimte om samen naar een oplossing te zoeken.

Laagdrempelige variant: Escape Your Screen
Voor wie minder tijd of capaciteit heeft, is er een kortere variant: Escape Your Screen. In 1,5 uur verkennen jongeren hun grootste online uitdagingen, de hindernissen die het aanpakken van de uitdagingen in de weg staan, oplossingen om deze hindernissen te overwinnen en hoe zij daarin ondersteund willen worden. Het is een digitale, interactieve webapp – ontwikkeld samen met jongeren en opvoeders – die laagdrempelige jongerenparticipatie en een open gesprek over hun online wereld in de klas mogelijk maakt. Zowel de MediaMovez-methode als Escape Your Screen zijn ontwikkeld voor de bovenbouw van het basisonderwijs, maar kunnen als inspiratie dienen voor het voortgezet onderwijs.

De combinatie van wetenschappelijke inzichten en ervaringskennis is dé sleutel
tot beleid en implementaties die echt werken.

Betekenisvolle participatie = empowerment
Het betrekken van jongeren bij de ontwikkeling, vormgeving en implementatie van mediawijsheidprogramma’s en telefoonmaatregelen op school is meer dan een middel tot effectiviteit. Het is ook een doel op zich. Jongeren willen en kunnen meedenken over thema’s die hun leven beïnvloeden. Door ze die kans te geven, ontwikkelen ze vaardigheden als kritisch denken, reflectie en communicatie – essentiële bouwstenen van actief burgerschap en een gevoel van empowerment. Een gevoel van empowerment vergroot het gevoel dat je in staat bent om verandering teweeg te brengen, maar ook de middelen en vaardigheden om dit daadwerkelijk te doen. Uit ons eigen onderzoek blijkt dat kinderen die meedoen aan de MediaMovez-methode niet alleen meer inzicht krijgen in hun online wereld, maar ook een sterker gevoel van regie en zelfvertrouwen ervaren en zich zelfs weerbaarder lijken te gedragen online.

Zes tips voor betekenisvolle jongerenparticipatie
Op basis van onze praktijkervaringen en eerder onderzoek delen we hieronder zes tips voor scholen die aan de slag willen met jongerenparticipatie rond mediawijsheid:

  1. Activeer kritische reflectie. Leer jongeren vragen te stellen en systematisch na te denken over hun online wereld, zodat ze die wereld beter begrijpen.
  2. Stimuleer het formuleren van oplossingen. Jongeren hebben vaak verrassend doordachte ideeën. Betrek ze bij het bedenken van verbeteringen en geef ze verantwoordelijkheid en ruimte voor hun plannen.
  3. Sluit aan bij hun belevingswereld. Zorg voor speelse, herkenbare werkvormen. Peer-interactie is belangrijk: jongeren leren veel van elkaar en voelen zich vaak sterker gehoord in een groep.
  4. Begeleid de vertaalslag naar actie. Help jongeren hun ideeën om te zetten in concrete aanbevelingen voor schoolbeleid, lesmateriaal of apps. Zorg dat ze ook terugkoppeling krijgen op wat ermee gebeurt.
  5. Geef ruimte voor autonomie en invloed. Erken hun expertise. Laat ze meebeslissen over wat onderzocht wordt en hoe. Dat vergroot eigenaarschap én motivatie.
  6. Zorg voor veiligheid en vertrouwen. Een goede begeleider is cruciaal. Iemand die jongeren serieus neemt, niet oordeelt en een veilige ruimte creëert om ervaringen te delen.


Tot slot: eigenaarschap voor leerlingen én onderwijsprofessionals
De digitale wereld verandert razendsnel. Dat vraagt om wendbaar, onderbouwd en betekenisvol schoolbeleid rondom mediawijsheid en digitale weerbaarheid. Schoolleiders en leraren, maar dus vooral ook leerlingen, spelen hierin een sleutelrol. Door leerlingen actief te betrekken – als gelijkwaardige gesprekspartners – ontstaat niet alleen beter beleid, maar ook een schoolcultuur waarin leerlingen zich gezien en gehoord voelen.

De combinatie van wetenschappelijke inzichten en ervaringskennis is dé sleutel tot beleid en implementaties die echt werken. Niet alleen omdat ze beter aansluiten bij de leefwereld van leerlingen, maar ook omdat ze leerlingen in hun kracht zetten. En dat is precies wat we nodig hebben in een digitale samenleving die vraagt om veerkracht, kritisch denken en bewust handelen.

Meer lezen
Rozendaal, E., & de Jong, C. (2024). Digitale Weerbaarheid: Een Pleidooi Voor ParticipatieVan Kinderen. UNICEF-Essayreeks Kinderrechten in de Digitale Wereld. https://www.unicef.nl/files/Essay%205-Kinderrechten-Digitale-weerbaarheid.pdf

Reageren?

Reacties worden per mail rechtstreeks aangeboden aan de auteur. 

Verder lezen?

Voor slechts € 3,55 per maand ( € 42,50 incl. 9% btw per jaar)  heeft u al een abonnement

DNMonline:

  • informeert over leiderschap in/en onderwijs en meer
  • is onafhankelijk, kritisch, beschouwend, wetenschappelijk en beschrijft boeken,
  • richt zich op (school)leiders, directies, besturen en toezichthouders in onderwijs
  • werkt met professionals die door hun werkervaring goed ingevoerd in alle aspecten van het onderwijs